tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Referentierentevoeten voor goedkope of renteloze leningen aan werknemers en bedrijfsleiders in 2015

Nieuws - 25/02/2016
-
Auteur(s): 
Christine Van Geel


Als een werknemer een goedkope of renteloze lening krijgt van zijn werkgever, dan is dat een belastbaar voordeel. In het KB van 22 februari 2016 staan de referentierentevoeten waarmee de fiscus de waarde van dat voordeel berekent. Daarbij maakt de fiscus een onderscheid tussen vier types van leningen. Er worden ook referentierentevoeten gebruikt als een bedrijfsleider via de kas of de rekening-courant geld opneemt uit zijn vennootschap.

Omwille van de laattijdige publicatie van de referentierentevoeten zal de fiscus zich tolerant opstellen bij het laattijdig indienen van fiches 281.10, 281.11 en 281.20 waar een voordeel van alle aard voor renteloze of goedkope leningen moet worden vermeld.

Hypothecaire leningen met vaste rentevoet

Bij hypothecaire leningen bestaat het belastbaar voordeel uit het verschil tussen de referentierentevoet van het jaar waarin de lening werd gesloten, en de rentevoet die de ontlener werkelijk betaalt.
Voor de hypothecaire leningen die in 2015 werden aangegaan, bedraagt de referentierentevoet:
2,47% voor de leningen waarvan de terugbetaling gewaarborgd is door een gemengde levensverzekering; en
2,41% voor de andere leningen.

In 2014 bedroegen deze percentages 4,16% (met gemengde levensverzekering) en 3,18% (andere leningen).

Hypothecaire leningen met variabele rentevoet

Bij hypothecaire leningen met een veranderlijke rentevoet, toegestaan vanaf 1 januari 1995, wordt het voordeel berekend met de referte-indexen die elke maand in het Belgisch Staatsblad verschijnen. Alle referte-indexen van 2015 worden nog eens opgesomd in de bijlage bij het KB van 22 februari 2016 dat de referentierentevoeten vastlegt.

Niet-hypothecaire leningen met vaste looptijd

Bij niet-hypothecaire leningen met een vaste looptijd, waarbij de leningsovereenkomst gesloten is na 31 december 1984, berekent de fiscus het belastbaar voordeel met een forfaitair maandelijks lastenpercentage of met het reëel jaarlijks lastenpercentage van het jaar waarin de lening werd gesloten.

Voor 2015 bedraagt het maandelijks lastenpercentage:
0,09%, als het geld bestemd was om er een wagen mee aan te kopen (0,10% in 2014);
0,20% voor alle andere leningen (0,22% in 2014).

Het reëel jaarlijks lastenpercentage wordt berekend met de formule: i = (p x 24 x n) / (n + 1), waarbij:
i = reëel jaarlijks lastenpercentage;
p = maandelijkse lastenpercentage; en
n = terugbetalingstermijn in maanden.

Niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd

Voor de kaskredieten en de voorschotten op rekening-courant die in 2015 werden opgenomen, geldt een referentierentevoet van 8,16% (9,20% in 2014).

Indienen fiscale fiches met voordelen voor goedkope of renteloze leningen

De fiscus laat weten dat hij zich “vanwege de laattijdige publicatie van de referentie-interestvoeten tolerant zal opstellen bij het laattijdig indienen van fiches 281.10 (lonen), 281.11 (pensioenen) en 281.20 (bezoldigingen van bedrijfsleiders) waar een voordeel van alle aard voor renteloze of goedkope leningen moet worden vermeld”.

Opgelet !
Deze tolerantie geldt niet voor andere fiches, dus ook niet bij het laattijdig indienen van de fiches 281.10, 281.11 en 281.20 waar zo’n voordeel van alle aard niet moet worden vermeld.
Deze fiches moeten uiterlijk op 29 februari 2016 bij de fiscus toekomen.

In werking

Het KB van 22 februari 2016 is van toepassing op de vanaf 1 januari 2015 toegekende voordelen van alle aard.

Bron: Koninklijk besluit van 22 februari 2016 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de voordelen van alle aard in geval van toekenning van een renteloze lening of een lening tegen verminderde rentevoet, BS 25 februari 2016.
Zie ook:
Koninklijk besluit van 22 februari 2015 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de voordelen van alle aard in geval van toekenning van een renteloze lening of een lening tegen verminderde rentevoet, BS 2 maart 2015.
– Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, BS 13 september 1993 (KB/WIB 1992) (art. 18, § 3 en Bijlage I, Afdeling 1).