tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Milieuvergunningsaanvraag, emissiegrenswaarden en veiligheidsvoorschriften voor wkk-installaties in Brussel

Nieuws - 14/12/2020
-
Auteur(s): 
Carine Govaert


Het Brussels gewest legt de voorwaarden vast het exploiteren van een warmte-krachtkoppelingsinstallatie. Zo moeten de exploitanten bepaalde emissiegrenswaarden respecteren en moeten zij diverse veiligheidsvoorschriften naleven wat de toegang tot de installatie betreft, de stookruimte, schoorsteen en afvoerleidingen, en de opslag van afvalolie. De nieuwe regels zijn van toepassing vanaf 1 januari 2021. Al gelden er voor de bestaande wkk-installaties enkele overgangsbepalingen.

Milieuvergunning

De exploitant van een wkk-installatie moet bij zijn aanvraag voor een milieuvergunning of voor een verlenging van zijn milieuvergunning extra documenten voegen, zoals een plan van de stookplaats, een plan waarop de verbrandingsgasafvoerleidingen werden aangeduid, en een bewijs van goede dimensionering. Het besluit zegt ook wanneer er sprake is van een goede dimensionering. De installatie moet bovendien hoogrenderend zijn, gedurende de volledige exploitatietermijn.

Wkk-installaties op diesel (gasolie), stookolie, steenkool of bruinkool zijn verboden.

Emissiegrenswaarden

Het besluit bevat in bijlage een lijst met emissiegrenswaarden voor stikstofoxiden (NOx), koolstofmonoxide (CO), stikstofdioxide (SO2), vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan (NMVOS), fijn stof (PM2,5?) en formaldehyde. De waarden verschillen naargelang het om nieuwe, of bestaande installaties gaat, en naargelang het type brandstof waarop de installatie werkt: aardgas of een andere brandstof.

Vast staat dat álle waarden flink worden aangescherpt vanaf 1 januari 2030.

De exploitant meet de emissies naar de lucht minstens één keer per jaar. Tussen 2 metingen mogen er nooit meer dan 15 maanden liggen.

Voor installaties op aardgas met een vermogen tussen de 20 en de 300 kW moeten de metingen gebeuren door een bevoegd technicus; voor installaties met een vermogen van meer dan 300 kW gebeurt dat door een erkend laboratorium in de discipline lucht/rookgas conform de code van goede praktijk. Ook installaties op andere brandstoffen dan aardgas worden door een erkend labo opgevolgd, en dit al vanaf een vermogen van 20 kW.

De eerste meting vindt plaats binnen de 4 maanden na de ingebruikneming van de installatie.

Monitoring en onderhoud

Elke wkk-installatie moet dagelijks gemonitord worden en moet minstens één keer per jaar een onderhoudsbeurt krijgen van een bevoegd technicus.

Veiligheidsvoorschriften

In de stookplaats mogen geen oliën, ontvlambare stoffen, brandbare materialen of voorwerpen opgeslagen worden die schadelijk kunnen zijn voor de werking van de installatie. Eventuele afwijkingen moeten expliciet aangevraagd worden en de vergunningverlener zal in dat geval eerst het advies vragen van de Brusselse brandweer (DBDMH). Dat geldt ook voor andere vragen om afwijking.

De wanden van de stookruimte moeten in principe een brandweerstand van één uur hebben ((R)EI60) en de stookruimte wordt afgesloten door een brandwerende deur met een brandweerstand van minstens een half uur (EI130). Het besluit bevat verder voorschriften voor de ventilatieleidingen, de schoorsteen, de energietoevoer – die van buitenaf kan worden onderbroken –, de brandblusmiddelen, de opslag van olie (in tanks, in verplaatsbare recipiënten, in ingekuipte tanks, dubbelwandige tanks,...), enz.

Alleen gekwalificeerd technisch personeel heeft toegang tot de plaats waar zich de wkk-installatie bevindt. Op de toegangsdeur kleeft een affiche die wijst op het toegangsverbod voor niet-bevoegde personen.

Registerplicht

De exploitant houdt een register bij van alle monitoringresultaten, met een samenvatting – zodat de emissiegrenswaarden gemakkelijk gecontroleerd kunnen worden. En hij houdt ook de onderhoudsattesten, de bedieningshandleiding en een pak andere documenten bij gedurende ten minst 5 jaar.

Als blijkt dat een emissiegrenswaarde overschreden wordt, moet hij ervoor zorgen dat die waarde zo spoedig mogelijk weer wordt nageleefd.

Middelgrote stookinstallaties

In het besluit op de beperking van de emissies van de middelgrote stookinstallaties wordt tot slot de NOx-waarde verlaagd van ‘95’ naar ‘50’ voor de installaties met een vermogen van 1 tot 5 MW (bijlage II, deel, tabel 4 en bijlage II, deel, tabel 2). De verlaging geldt alleen voor de installaties op aardgas; voor de gasturbines blijft de NOx-waarde behouden op ‘95’.

In werking op: 1 januari 2021 (met overgangsbepalingen voor bestaande installaties).