tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Niet solvabel? Geen sociale lening

Nieuws - 18/02/2014
-
Auteur(s): 
Carine Govaert


De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en het Vlaams Woningfonds (VWF) mogen alleen woonleningen toestaan aan personen die solvabel zijn. In een ministerieel besluit van 30 januari 2014 verduidelijkt minister van Wonen, Freya Van Den Bossche, wát dat solvabiliteitsonderzoek vanaf nu inhoudt.

Een rekensommetje

Tijdens het solvabiliteitsonderzoek gaat de sociaalkredietverstrekker na of de kandidaat-ontlener de afbetalingen financieel wel aankan, en of hij genoeg overhoudt om zijn gezin te kunnen onderhouden.

Daartoe berekent de kredietverstrekker eerst het ‘maandelijks netto-inkomen’ van de kandidaat-ontlener. Vervolgens brengt hij de ‘uitgaven’ van de kandidaat in rekening. Als diens maandelijks netto-inkomen na aftrek van de uitgaven, hoger is dan een bepaald ‘leefbudget’, dan is hij solvabel. Als het resultaat lager is dan dat leefbudget, dan is de kandidaat-ontlener niet-solvabel en kan hij geen sociaal woonkrediet aangaan.

Niet voor wanbetalers

Opgelet! Zelfs als het resultaat van het solvabiliteitsonderzoek gunstig is, dan nog kan een persoon die bij de Centrale voor Kredieten aan Particulieren geregistreerd staat als wanbetaler, géén sociale lening aangaan.
En dit zolang hij niet kan aantonen dat hij zijn situatie al minstens 3 maanden geleden geregulariseerd heeft.

Tot nu kon de leidend ambtenaar een afwijking verlenen aan sommige wanbetalers, maar die mogelijkheid valt weg.

Maandelijks netto-inkomen

VMSW en VWF houden rekening met het gemiddelde van de inkomsten in de 6 maanden vóór het aangaan van de lening. Of preciezer, in de laatste 6 maanden vóór de referentiedatum van de lening.
Tot nu werden enkel de inkomsten van de laatste 3 maanden in aanmerking genomen.

De referentiedatum van de lening is de datum waarop de dossierkosten voor de leningaanvraag worden betaald, waarop de ontlener aan alle voorwaarden moet voldoen, en waarop de rentevoet van de lening wordt vastgelegd.

De sociale kredietverstrekkers tellen de volgende inkomsten samen:
alle gekende en bewezen nettoberoepsinkomsten van de ontlener, zowel in hoofd- als in bijberoep;
de vervangingsinkomsten;
het ontvangen alimentatiegeld; en
1/3de van het kindergeld of van de wezentoeslag.

Als de ontlener kan aantonen dat zijn inkomsten de laatste maanden aanzienlijk zijn gedaald, wordt alleen rekening gehouden met de inkomsten van de laatste volledige maand vóór de referentiedatum van de lening.

Maar als hij gedurende de laatste 6 volledige maanden vóór de referentiedatum van de lening, helemaal géén inkomsten had, kan de kandidaat-ontlener géén sociale lening aangaan.

Als de ontlener in de voorbije 6 maanden als zelfstandige aan de slag was, zullen VMSW en VWF het meest recente aanslagbiljet in de personenbelasting opvragen. Daaruit wordt het netto belastbaar inkomen afgelezen. Dat wordt verminderd met te betaalde belastingen. Het resultaat wordt gedeeld door het aantal maanden waarop de aangifte betrekking had. En dat resultaat per maand geldt dan als maandelijks netto-inkomen.

Als de zelfstandige nog geen aanslagbiljet kan voorleggen, kan hij zijn inkomsten van de laatste 6 maanden bewijzen met een attest van zijn boekhouder.

Uitzendkrachten moeten hun weekfiches van de laatste 6 maanden voorleggen.

Zijn geen netto-inkomsten

Het ministerieel besluit somt 14 types van inkomsten op die niet worden meegeteld in het maandelijks netto-inkomen. Zoals: het dubbel vakantiegeld, de eindejaarstoelage, studiebeurzen, maaltijdcheques, ontslagvergoedingen, en erfenissen.

Uitgaven

Van het maandelijks netto-inkomen worden de volgende uitgaven afgetrokken:
de kredietlasten op maandbasis; en
het te betalen alimentatiegeld.

Er wordt geen rekening meer gehouden met de vaste medische kosten.

Leefbudget

Voor het leefbudget wordt er nog steeds gekeken naar het leefloon, maar vanaf nu is dat het bedrag van het leefloon op de referentiedatum van de lening. Het ministerieel besluit maakt daarbij een onderscheid tussen de situatie van:
de ontlener zonder gezinslast: het leefbudget is dan gelijk aan het leefloon van een persoon met een gezin ten laste, verminderd met 1/3de en afgerond naar het hoger gelegen eurotiental;
de alleenstaande met gezinslast of 2 ontleners, al dan niet met gezinslast: het leefbudget is hier eveneens gelijk aan het leefloon van een persoon met een gezin ten laste, verminderd met 1/3de en afgerond naar het hoger gelegen eurotiental; en
meerdere ontleners: het leefbudget is gelijk aan het leefloon voor samenwonenden, verminderd met 1/3de en afgerond naar het hogere eurotiental.

Solvabel? Niet solvabel?

Een kandidaat voor een sociale lening is solvabel als zijn maandelijks netto-inkomen, verminderd met zijn uitgaven, “niet lager is dan” zijn leefbudget.
Als hij tenminste niet geregistreerd staat als wanbetaler.

Vanaf 24 februari 2014...

Het ministerieel besluit van 30 januari 2014 bevat geen datum van inwerkingtreding. Het MB treedt dus 10 dagen na publicatie in werking. Dat is op 24 februari 2014.

Nochtans is het nieuwe socialeleningenregime van zowel VMSW als VWF, op 1 januari 2014 ingegaan.

Bron: Ministerieel besluit van 30 januari 2014 houdende de bepaling van de inkomsten die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het maandelijkse netto-inkomen en de vaststelling van de methodiek met betrekking tot het solvabiliteitsonderzoek, BS 14 februari 2014.
Zie ook:
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan, BS 27 november 2013; en “Zelfde voorwaarden voor sociale leningen bij VMSW en VWF”.
— “De Vlaamse woonlening”, VMSW.