tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Brusselse Huisvestingscode: recht op huisvesting gewijzigd

Nieuws - 24/04/2024
-
Auteur(s): 
Droits Quotidiens Legal Design


De Brusselse Regering heeft vastgesteld dat de huurprijzen in het Brussels Gewest tussen 2004 en 2020 met ongeveer 30% zijn gestegen, terwijl een kwart van de Brusselse bevolking het moet stellen met een inkomen dat onder de armoederisicogrens ligt. Daarom dringt de nodige wetgeving zich op om ervoor te zorgen dat het recht op huisvesting van de huurder in Brussel wordt beschermd en hij dit effectief kan uitoefenen. Deze wijzigingen richten zich op vier elementen: het recht op een behoorlijke woning, het recht op een betaalbare woning, het recht om in een woning te blijven wonen, en de strijd tegen illegale uitzettingen.

Recht op een behoorlijke woning

Nog te veel huurwoningen bieden een slechte woonkwaliteit. Daarom krijgt de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI) ten eerste meer bevoegdheid, en kan zij optreden en handhaven voor alle woningen die te huur worden aangeboden, worden verhuurd of waarvan de huurovereenkomst is afgelopen. Eerder kon de DGHI alleen voor verhuurde en bewoonde woningen een sanctie wegens ‘ongezonde woning’ opleggen.

Ten tweede krijgt een huurder die een klacht heeft ingediend bij de DGHI meer bescherming: hij geniet deze bescherming vanaf de dag die volgt op het indienen van de klacht tot de beslissing van de Huisvestingsinspectie. De opzegging door de verhuurder na de indiening van de klacht wordt dus opgeschort en heeft slechts uitwerking als de DGHI bevestigt dat de woning waarvoor een klacht werd ingediend, conform is.

Ten derde is geen nieuwe huurovereenkomst mogelijk voor een pand waarvoor de DGHI een formele aanmaning tot het uitvoeren van werken heeft verstuurd. Het gebeurt momenteel nog steeds dat verhuurders de door de DGHI gevraagde werken tussen twee huurovereenkomsten niet uitvoeren en het pand opnieuw verhuren.

Ten vierde kan de gemeente die een slachtoffer van een ongezonde woning heeft geherhuisvest, de herhuisvestingskosten verhalen op de verantwoordelijke verhuurder. Nadien kan de rechter de verhuurder die verantwoordelijk is voor de ongezonde woning veroordelen tot het betalen van de kosten voor de herhuisvesting van de huurder. Het gaat om de kosten voor het weghalen en vervoeren van het meubilair, inrichtingskosten en vooral het verschil tussen de oude en de nieuwe huurprijs.

Ten vijfde komt er een conformiteitsbewijs, dat de verhuurder kan aanvragen om meer wil weten over de staat van zijn woning vooraleer deze te verhuren, en kan de verhuurder een niet-bindend advies krijgen van de Huisvestingsinspectie, tegen een lagere kostprijs.

Recht op een betaalbare woning

Om ervoor te zorgen dat de huurprijs betaalbaar blijft, voorziet de ordonnantie in verschillende maatregelen met financiële impact.

Het gaat onder andere om:
het bedrag van de huurwaarborg mag niet meer afhangen van de financiële draagkracht van de huurder;
de vorm en het bedrag van de huurwaarborg wordt beperkt, tot twee maanden huurprijs;
de afvlakking van de huurprijs tussen twee huurovereenkomsten van korte duur moet meer doeltreffend zijn. Op vandaag mag de huurprijs tussen twee huurovereenkomsten van korte duur niet stijgen gedurende negen jaar wanneer het de verhuurder is die de overeenkomst opzegt. In de praktijk wordt dit principe echter nooit nageleefd, omdat de huurder het bedrag van de vorige huurprijs niet kent, noch het soort huurovereenkomst of zelfs maar de redenen voor het beëindigen van de overeenkomst, waardoor het voor hem onmogelijk is om de naleving van dit artikel af te dwingen. Er is nu een dubbele correctie: ten eerste door dit principe uit te breiden naar alle huurovereenkomsten van korte duur, ongeacht of het de verhuurder of de huurder is die de vorige huurovereenkomst verbreekt, en ten tweede door de huurder te informeren over het soort huurovereenkomst en het bedrag van de laatst betaalde huur.

Recht om in een woning te blijven - strijd tegen illegale uithuiszettingen

Huurders, en dan vooral de meest kwetsbaren, zijn doorgaans op zoek naar stabiliteit in het gehuurde goed. Sommige bepalingen van de Huisvestingscode zorgden er echter voor dat de huurder in een situatie van instabiliteit werd gehouden.
De ordonnantie is erop gericht deze verzwakte situatie van de huurder nu te corrigeren, onder andere via de regel dat de verhuurder een huurovereenkomst van korte duur slechts eenmaal kan verlengen. Na deze periode gaat de huurovereenkomst over in een overeenkomst van lange duur.

Inwerkingtreding: 1 november 2024 (op de eerste dag van de maand die volgt op de termijn van 6 maanden vanaf de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad), met een aantal uitzonderingen (o.a. voor de gewestelijke administratieve sanctie invoert voor het niet verstrekken van precontractuele informatie, en een combinatie van toepassing op lopende dan wel nieuw afgesloten of verlengde huurovereenkomsten).

Zie ook