tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Energieprestatiecertificaat voor advocatenkantoren en andere kleine niet-residentiële gebouwen (DB Energie)

Nieuws - 15/01/2019
-
Auteur(s): 
Carine Govaert


De Vlaamse regering splitst het energieprestatiecertificaat (EPC) voor de niet-residentiële gebouwen op in een EPC voor grote én voor kleine niet-residentiële gebouwen. Wát een klein niet-residentieel gebouw is, staat in het diversebepalingenbesluit energie (DB Energie) van 30 november 2018, dat eind december gepubliceerd werd. Wannéér het EPC voor de kleine gebouwen er komt, moet nog bepaald worden door de minister van Energie. Streefdatum is 1 januari 2020.

Grote gebouwen

Sinds 1 januari 2013 moet in niet-residentiële gebouwen met een totale bruikbare vloeroppervlakte van meer dan 500 m² die frequent door het publiek worden bezocht, een energieprestatiecertificaat uithangen op een opvallende plaats, die duidelijk zichtbaar is voor het publiek. Er is voorlopig geen EPC nodig bij verkoop of langdurige verhuur van een niet-residentieel gebouw, maar dat zou binnenkort veranderen.
Het EPC moet volgens het energiebesluit opgemaakt worden door een energiedeskundige type D.

Het diversebepalingenbesluit preciseert dat het hier gaat om ‘grote’ niet-residentiële gebouwen.

Kleine gebouwen

Naast de klassieke ‘grote’ niet-residentiële gebouwen, zoals kantoren, ziekenhuizen of handelscomplexen, bestaat er een categorie van kleine gebouwen, zoals winkels, dokterspraktijken of advocatenkantoren, die qua energie-uitrusting en -verbruik veel meer lijken op een standaardgezinswoning dan op een niet-residentieel gebouw als een universitair ziekenhuis. Voor die categorie introduceeert het diversebepalingenbesluit nu het ‘energieprestatiecertificaat kleine niet-residentiële gebouwen’.

Het EPC kleine niet-residentiële gebouwen beschrijft de energieprestaties van één kleine niet-residentiële eenheid. Dat is: een gebouweenheid met een niet-residentiële en niet-industriële bestemming, en een bruikbare vloeroppervlakte die niet groter is dan 500 m², waarbij het aaneengesloten geheel van niet-residentiële gebouweenheden binnen het gebouw waarvan het gebouwdeel deel uitmaakt, een bruikbare vloeroppervlakte heeft die niet groter is dan 1.000 m².

Het EPC kleine niet-residentiële gebouwen wordt opgemaakt door een energiedeskundige type A, met de software die deze energiedeskundigen nu al gebruiken voor het opstellen van het EPC voor residentiële gebouwen.
Het EPC kleine niet-residentiële gebouwen zal 10 jaar geldig blijven.

Ook bij verkoop en verhuur

Het energiebesluit voorziet reeds dat het EPC voor niet-residentiële gebouwen ook geëist kan worden bij verkoop of langdurige verhuur van het gebouw. De minister van Energie moet nog bepalen wanneer deze verplichting ingaat. En naar verluidt zou ook deze deadline op 1 januari 2020 vallen.

Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft diverse bepalingen over energie (art. 1, 2°, 5°-8°, 10°-11°, 13°-14°, art. 47-50 van het diversebepalingenbesluit energie).
Zie ook:
Energiedecreet, art. 11.2.1.
Energiebesluit, art. 9.2.6-9.2.7 en nieuwe art. 9.2.7/1 en 9.2.7/2.