Over groenestroom- en warmtekrachtcertificaten, injectie van energie op directe lijnen en zo veel meer (DB Energie)
Nieuws - 15/01/2019
-
Auteur(s): Carine Govaert
Het diversebepalingenbesluit inzake energie van eind december voert een hele reeks diverse wijzigingen door in de Vlaamse energiewetgeving. We gaan er even door in sneltreinvaart.
Het energiebesluit introduceert het energieprestatiecertificaat (EPC) voor kleine niet-residentiële gebouwen en het EPC voor de gemeenschappelijke delen van een appartement.
Het bepaalt dat wie groene stroom of groene warmte produceert, meer of minder certificaten zal krijgen, naargelang het geval. Zo worden de installaties die aangesloten zijn op een directe lijn die de eigen site overschrijdt en die energie injecteren op de directe lijn, uit de representatieve projectcategorieën gesloten waarvoor het Vlaams Energieagentschap elk jaar een gemeenschappelijke bandingfactor vastlegt. Dergelijke installaties hebben immers veel specifieke kosten en de elektriciteitsafname is er dikwijls erg variabel. Dergelijke installaties vallen vanaf nu onder het regime van de niet-representatieve projectcategorieën.
Voor het berekenen van de energiebesparing bij warmtekrachtinstallaties wordt er gebruik gemaakt van elektrische referentierendementen. Het referentierendement verschilt naargelang we te maken hebben met een installatie op fossiele brandstoffen of op hernieuwbare brandstoffen. Installaties op biomethaan worden vanaf nu opgenomen onder het fossielebrandstoffenregime.
Nieuwe kantoor- en schoolgebouwen moeten vanaf 1 januari 2019 ten minste 20 kWh/jaar aan energie per m² bruikbare vloeroppervlakte uit hernieuwbare energiebronnen halen. Momenteel ligt dat minimum nog op 10 kWh/jaar.
Bij een ingrijpende renovatie van een wooneenheid moet vanaf 1 januari 2020, een E-peil van E70 behaald worden (i.p.v. E90).
Voor installateurs van kleinschalige hernieuwbare energie-installaties bestaat een certificeringsregeling. Wie minder dan 3 jaar beroepservaring had kon een ‘certificaat van bekwaamheid als aspirant’ halen. De eis van minstens 3 jaar werkervaring sloot heel wat beginnende en geschoolde installateurs uit. Dat zou ‘concurrentievervalsend’ werken en daarom wordt de vereiste werkervaring gereduceerd tot ‘één maand’ en kan het aspirantencertificaat geschrapt worden.
Het diversebepalingenbesluit wijzigt tot slot 9 van de 19 bijlagen bij het energiebesluit. Het voegt onder meer een volledig nieuwe bijlage VI in met de ‘Bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van niet-residentiële eenheden (EPN-methode)’.
De meeste bepalingen van het nieuwe energiebesluit zijn op 1 januari 2019 in werking getreden. Al zijn er ook voorschriften die pas vanaf 1 juli gelden of waarvan de datum van inwerkingtreding nog moet worden vastgelegd door de minister van Eenregie.
Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft diverse bepalingen over energie (diversebepalingenbesluit energie).
