tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Kwaliteitsnormen voor binnenmilieu buiten de werksfeer eindelijk bijgewerkt

Nieuws - 12/09/2018
-
Auteur(s): 
Carine Govaert


De richt- en interventiewaarden voor de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in het binnenmilieu van gebouwen en woningen krijgen na 14 jaar voor het eerst een update. De huidige richt- en interventiewaarden uit het binnenmilieubesluit worden aangescherpt en er komen stoffen bij die voor het eerst een richt- of interventiewaarde mee krijgen. Terzelfder tijd worden de parameters voor schimmels, micro-organismen en mijten anders gedefinieerd.

Verantwoordelijkheid van bouwheer, eigenaar en exploitant

Al wie verantwoordelijk is voor de bouw, het onderhoud of de uitrusting van publiek toegankelijke gebouwen of woningen moet alles in het werk stellen om de gezondheidsrisico’s voor de gebruikers en bewoners maximaal te beperken.

Opgelet! Gebruikers zijn hier: personen die – om niet-werkgerelateerde redenen – verschillende dagen per week, gedurende meerdere uren per dag, aanwezig zijn, of verblijven in een publiek toegankelijk gebouw. Het binnenmilieubesluit is dus van toepassing op de patiënten in een ziekenhuis, de jongeren in een school, de vaste klanten in de winkel of in de leeszaal van de plaatselijke bibliotheek, enz., maar niet op de artsen en het verpleegkundig personeel van het ziekenhuis, de leerkrachten in de school, of de bibliothecaris en bedienden van de winkel of bibliotheek.

In 2004 legde de Vlaamse regering voor het eerst richt- en interventiewaarden op voor de chemische, fysische en biotische factoren van het omgevingsklimaat van woningen en publiek toegankelijke gebouwen.
Richtwaarden geven aan vanaf welke hoeveelheden er gezondheidsrisico’s kunnen optreden bij langdurige blootstelling en zijn vooral bedoeld als een element om te sensibiliseren.
Interventiewaarden zijn dwingend: bij het overschrijden van zo’n waarde moeten er in principe maatregelen genomen worden om de risico’s te beperken of te elimineren. Zoals: de vervuilende stoffen wegnemen, de blootstellingstermijn beperken in de tijd, of intensief ventileren. Als het om een woning gaat, kan het Agentschap Zorg en Gezondheid ook een verzoek tot onbewoonbaarverklaring indienen bij de burgemeester.

Bij twijfel over de mogelijks negatieve impact van een stof moet de bouwheer, eigenaar, verhuurder, exploitant het voorzorgsbeginsel toepassen en moet hij dus maatregelen nemen om het omgevingsklimaat binnenin het gebouw zo optimaal mogelijk te houden.

Aanvraag voor onderzoek

De beheerder én de gebruiker van een publiek toegankelijk gebouw kan aan de medisch milieukundige van het plaatselijke Logo (loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie) of rechtstreeks aan de Vlaamse Gezondheidsinspectie vragen om een onderzoek te verrichten in een gebouw, wanneer het vermoeden bestaat dat bepaalde gezondheidsrisico’s te wijten zijn aan de vervuiling van het binnenmilieu. Het wijzigingsbesluit omschrijft wie in dit geval beschouwd kan worden als de ‘beheerder’. Dat is de natuurlijke of rechtspersoon die het publiek toegankelijke gebouw – of delen ervan – functioneel openstelt voor het publiek.

Bij woningen kan een verzoek tot onderzoek geformuleerd worden door een heleboel partijen: door het gemeentebestuur, het OCMW, de gemeentelijke huisvestingsambtenaar, de Vlaamse ambtenaren die bevoegd zijn voor het milieu, artsen, verpleegkundigen en maatschapelijk werkers. Al dan niet met instemming van de bewoner.

Strengere richt- en interventiewaarden

Na 14 jaar zijn de richt- en interventiewaarden uit het binnenmilieubesluit aan een grondige update toe. Voor álle chemische stoffen – op één na (PM10) – worden de richt- en interventiewaarden aangescherpt. Op de meeste stoffen wordt voor het eerst ook een interventiewaarde geplakt. Dat is zo bij acetaldehyde, benzeen, C4-C11-aldehydes, koolstofdioxide, koolstofmonoxide, ozon, fijn stof (PM2,5), stikstofdioxide, tetrachloorethyleen, tolueen (grotere richtwaarde maar mét interventiewaarde) en trichloorethyleen.

De fijnstofdeeltjes PM10 verdwijnen echter uit de lijst.
En er komen aparte waarden voor de chrysotiel- en de amfiboolvorm van asbest en voor asbest in gemengde stalen.
Het nieuwe binnenmilieubesluit bevat nu ook richt- en interventiewaarden voor 2-ethylhexanol, C9-C14-alkanen, metallisch kwik, naftaleen, nicotine, pak’s met benzo(a)pyreen als indicator, en styreen.

De fysische factoren die geregeld worden in het binnenmilieubesluit zijn nog altijd: de elektromagnetische straling, de temperatuur, tocht en de relatieve vochtigheid, maar alleen bij de zomer- en wintertemperaturen bleven de waarden gelijk.
Zo mag de temperatuur in een gebouw of woning in de winter niet lager zijn dan 20 °C en niet hoger dan 24 °C, en mag die in de zomer niet lager zijn dan 22 °C en niet hoger dan 26 °C – bij een blootstellingsduur van 14 dagen.

Bij de biotische factoren wordt er echter geen onderscheid meer gemaakt tussen huisstofmijten, kakkerlakken, micro-organismen, mijten in vloerbedekking of in bedden of meubilair, ratten en muizen, en schimmels. De Gezondheidsinspectie kijkt alleen nog naar schimmels en ‘ongedierte’. Vóór u gaat griezelen: de richtwaarde voor ongedierte is: ‘0 eenheden per gebouw’…

Al vanaf 17 september 2018

Hoewel de richt- en interventiewaarden flink werden aangescherpt en er nieuwe stoffen zijn bijgekomen, gelden de nieuwe waarden al vanaf 17 september 2018; het wijzigingsbesluit bevat geen overgangstermijn.

Van toepassing:
Vlaams gewest (en Brussels gewest, wat de initiatieven m.b.t. biotische factoren in woningen betreft en in publiek toegankelijke gebouwen, maar dat laatste alleen ten aanzien van natuurlijke personen die zich vrijwillig tot een instelling hebben gewend die wegens haar organisatie geacht moet worden uitsluitend tot de Vlaamse Gemeenschap te behoren).
Vanaf 17 september 2018 (wettelijke regeling van inwerkingtreding 10 dagen na publicatie in BS).

Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het Binnenmilieubesluit van 11 juni 2004 en tot opheffing van het ministerieel besluit van 16 maart 2006 tot vaststelling van het modelformulier en de procedure voor aanvragen van een onderzoek van het binnenmilieu, BS 7 september 2018.
Zie ook:
Besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 houdende maatregelen tot bestrijding van de gezondheidsrisico’s door verontreiniging van het binnenmilieu, BS 19 oktober 2004 [binnenmilieubesluit].
Ministerieel besluit van 16 maart 2006 tot vaststelling van het modelformulier en de procedure voor aanvragen van een onderzoek van het binnenmilieu, BS 11 juli 2006 (opgeheven besluit).