tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Meer functiewijzigingen onderworpen aan stedenbouwkundige vergunning

Nieuws - 19/11/2015
-
Auteur(s): 
Carine Govaert


De Vlaamse overheid legt een stedenbouwkundige vergunning op bij het wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed, in een andere hoofdfunctie. Bijvoorbeeld bij een wijziging van de hoofdfunctie ‘Landbouw in de ruime zin’, naar de hoofdfunctie ‘Handel, horeca, kantoorfunctie en diensten’.
Zo waren er tot nu 6 hoofdfuncties.

De Vlaamse regering splitst die hoofdfuncties echter verder op. Daardoor zijn er vanaf nu stedenbouwkundige vergunningen nodig voor functiewijzigingen die vroeger binnen eenzelfde categorie bleven.
Bovendien onderwerpt de regering ook andere functiewijzigingen aan stedenbouwkundige vergunning.

Van 6 naar 10 hoofdfuncties

De hoofdfunctie ‘Handel, horeca, kantoorfunctie en diensten’ wordt uitgesplitst in 3 nieuwe hoofdfuncties. Er komen ook 2 nieuwe hoofdfuncties bij: een militaire functie, en de functie gemeenschapsvoorzieningen.

Hoofdfuncties
Oude lijst
Nieuwe lijst
1. Wonen
1. Wonen
2. Verblijfsrecreatie
2. Verblijfsrecreatie
3. Dagrecreatie
3. Dagrecreatie, met inbegrip van sport
4. Landbouw in de ruime zin
4. Land- en tuinbouw in de ruime zin
5. Handel, horeca, kantoorfunctie en diensten
5. Detailhandel
/
6. Dancing, restaurant en café
/
7. Kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen
6. Industrie en ambacht
8. Industrie en bedrijvigheid
/
9. Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen
/
10. Militaire functie

Een woordje uitleg bij elke functie

Wonen
Met ‘wonen’ wordt het residentieel wonen bedoeld.
Vakantiehuisjes en andere gebouwen voor tijdelijk verblijf vallen er niet onder.
Evenmin als landbouwbedrijfswoningen of conciërgewoningen.

Woningen boven gebouwen met een andere hoofdfunctie, die functioneel niets te maken hebben met de woonfunctie, behouden hun functie wonen. Het gebouw in kwestie heeft dan 2 hoofdfuncties.

Verblijfsrecreatie
In deze categorie vinden we de vakantiehuisjes, vakantiechalets, bed and breakfast-gebouwen, gebouwen voor jeugdkampen…
Hotels maken alleen nog deel uit van deze categorie, en worden losgekoppeld van de andere horecazaken, zoals cafés en restaurants.

Dagrecreatie, met inbegrip van sport
Het gaat hier om gebouwen met een recreatieve functie, waarin niet overnacht wordt. Zoals: een sporthal, bowlinghal, een paintball-hal, of de kantine of kleedruimte van een voetbalploeg.

Bepaalde gebouwen met een sportfunctie vallen echter onder 2 functiecategorieën. Zo heeft de gemeentelijke sporthal die door de gemeente ter beschikking wordt gesteld van vzw’s, de hoofdfunctie ‘Dagrecreatie, met inbegrip van sport’ én de hoofdfunctie ‘Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen’.

Land- en tuinbouw in de ruime zin
Deze categorie omvat onder meer stallen, schuren, serres, maar ook de bedrijfswoning van de landbouwer.

Detailhandel
Groothandel valt onder de functiecategorie ‘Industrie en bedrijvigheid’.

Dancing, restaurant en café
Hotels maken alleen nog deel uit van de hoofdcategorie ‘Dagrecreatie, met inbegrip van sport’. Zij vallen dus buiten deze groep.
De kantine bij een sportveld of de cafetaria van een sporthal volgt eveneens de belangrijkste functie van het gebouw en valt dus onder de dagrecreatie.

Kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen
Naast de kantoren, notarissen, architecten, artsen, … omvat deze groep ook de sector van de ‘dienstverlening’: banken, verzekeringskantoren, reisagentschappen, kappers, interimkantoren of telefoonwinkels.

Industrie en bedrijvigheid
De verouderde term ‘ambacht’ wordt vervangen door het begrip ‘bedrijvigheid’, maar inhoudelijke wijzigingen zijn er niet te noteren.

Althans niet in dit besluit. De regering publiceert echter nog een tweede besluit met een versoepeling van de vergunningsplicht bij functiewijziging van industriële sites in stedelijk gebied.

De bedrijfswoning bij een industrieel gebouw maakt deel uit van deze categorie. Vandaar dat conciërgewoningen bij een industrieel gebouw, niet onder de categorie ‘Wonen’ vallen, maar onder ‘Industrie en bedrijvigheid’.

Een verbruiksruimte in een cultureel centrum of in een museum volgt eveneens de hoofdfunctie ‘Industrie en bedrijvigheid’.

Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen
Tot nu was er een stedenbouwkundige vergunning nodig bij een functiewijziging van ‘Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen’ naar één van de 6 ‘oude’ hoofdfuncties. Maar omgekeerd was dat niet nodig. Dat verandert.

‘Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen’ worden een volwaardige hoofdfunctie en élke gehele of gedeeltelijke wijziging van, of naar die hoofdfunctie is voortaan aan stedenbouwkundige vergunning onderworpen.

Militaire functie
Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig wanneer de functie van een bebouwd onroerend goed wordt gewijzigd in die van ‘Militaire functie’ binnen een gebied dat op een plan van aanleg of een uitvoeringsplan al aangemerkt is als militair domein. Wat overigens weinig zal voorkomen.

De creatie van deze hoofdfunctie is vooral bedoeld om de herbestemming van gedesaffecteerde militaire gebouwen in goede banen te leiden.

Samen met het huidige besluit heeft de regering overigens een tweede besluit gepubliceerd waarin zij de vergunningsplicht bij herbestemming van een ‘Militaire functie’ alweer versoepelt om de noodopvang van asielzoekers mogelijk te maken.

Ruimere vrijstelling voor complementaire functies ‘Wonen’

Er is geen stedenbouwkundige vergunning nodig wanneer in een gebouw met hoofdfunctie ‘Wonen’ complementaire functies worden uitgeoefend, zoals kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen, verblijfsrecreatie, detailhandel, restaurant, café en bedrijvigheid.

Toegelaten zonevreemde wijzigingen

De nieuwe indeling in hoofdfuncties en enkele nieuwe begrippen leiden ook tot kleine verschuivingen in de nog toegelaten zonevreemde wijzigingen.

In werking op: 29 november 2015, voor de functiewijzigingen die vanaf die datum worden doorgevoerd.

Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015 houdende wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen (art. 2 van het BVR van 14 april 2000) en van artikel 1, 3, 5, 6, 8 en 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen (art. 1 e.v. van het BVR van 28 november 2003), BS 19 november 2015).
Zie ook:
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 houdende wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van vergunningsplichtige functiewijzigingen en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen, BS 19 november 2015 (over de herbestemming van verouderde industriële sites in stedelijke gebieden en tijdelijke noodopvang).