tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Belastingvermindering voor hypothecaire lening en levensverzekering: KB past regels voor aflevering attesten 281.61 en 281.62 aan in KB/WIB 1992

Nieuws - 21/03/2018
-
Auteur(s): 
Christine Van Geel


Via het KB van 6 maart 2018 wijzigt de wetgever in het KB/WIB 1992 de regels die banken en verzekeraars moeten volgen als zij een ‘attest 281.61 hypothecaire lening’ of een ‘attest 281.62 individuele levensverzekering’ uitreiken aan een belastingplichtige.

De belastingplichtige moet deze attesten ter beschikking houden van de fiscus als hij een belastingvermindering vraagt voor de betalingen die hij doet voor de aflossing of wedersamenstelling van zijn hypotheeklening, of voor de premies die hij betaalt voor zijn individuele levensverzekering.

De nieuwe regels gelden vanaf het aanslagjaar 2019.
De belastingadministratie zal zo snel mogelijk nieuwe modelattesten 281.61 en 281.62 publiceren, met verwijzingen naar deze nieuwe regels.

Eenmalig basisattest en jaarlijks betalingsattest

Wanneer de betalingen die een belastingplichtige doet voor individuele levensverzekeringen en hypothecaire leningen recht geven op een belastingvermindering, reiken de verzekeraars en de banken attesten uit die de vraag van de belastingplichtige om een belastingvermindering te verlenen, moeten staven.
Het gaat om:
een eenmalig basisattest waarin de gegevens worden meegedeeld waaruit moet blijken dat het contract in aanmerking kan komen voor een bepaalde belastingvermindering;
jaarlijkse betalingsattesten waarin het bedrag wordt meegedeeld van de betalingen die een belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk heeft gedaan en de gegevens die nodig zijn om na te gaan of de voorwaarden voor een bepaalde belastingvermindering nog altijd vervuld zijn.

Elektronische gegevensuitwisseling

Sinds aanslagjaar 2017 moeten de banken en de verzekeraars de gegevens die op die attesten staan, elektronisch bezorgen aan de FOD Financiën. De verplichting tot elektronische gegevensuitwisseling geldt voor de gegevens met betrekking tot de interesten en kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen en de premies van individuele levensverzekeringen die recht kunnen geven op:
de federale belastingvermindering lange termijnsparen en bouwsparen) (art. 145(1), 2° en 3° en art. 526, § 2, WIB 1992);
de gewestelijke woonbonus (art. 145(37), WIB 1992);
de Vlaamse geïntegreerde woonbonus (art. 145(38/2), WIB 1992);
de gewestelijke belastingvermindering lange termijnsparen en bouwsparen (art. 145(39) tot 145(42), WIB 1992);
de Waalse "chèque habitat" (art. 145(46ter) tot 145(46quinquies), WIB 1992);
de federale woonbonus (art. 539, WIB 1992);
de federale belastingvermindering voor interesten van groene leningen (art. 145(24), § 3, WIB 1992), voor zover het gaat om hypothecaire leningen met een minimale looptijd van 10 jaar.

Het KB wijzigt dus niet enkel de regels met betrekking tot de federale belastingverminderingen voor hypothecaire leningen en individuele levensverzekeringen, maar ook de regels met betrekking tot de gewestelijke belastingverminderingen.
Aangezien het hier om een maatregel gaat die verband houdt met de dienst van de personenbelasting (controle van de aangifte), is het de federale overheid die hiervoor bevoegd is.

In overleg met de sector werd beslist om het éénmalig basisattest en het jaarlijks betalingsattest te integreren in één enkel jaarlijks document, één voor hypothecaire leningen (attest 281.61) en één voor levensverzekeringen (attest 281.62).

Uitzonderingen
In overleg met de sector werd ook beslist dat voor de contracten gesloten vóór 1 januari 2016 waarvoor al een basisattest werd uitgereikt, volgende gegevens niet verplicht elektronisch moeten meegedeeld worden aan de belastingadministratie:
voor de hypothecaire leningen: de gegevens met betrekking tot het doel van de lening en de ligging van de woning waarvoor de lening werd aangegaan, en
voor de levensverzekeringscontracten: de gegevens met betrekking tot het doel van het contract en het verzekerd bedrag bij aanvang van het contract.

Voor de contracten gesloten vóór 1 januari 2016 wordt het jaarlijks attest dan ook beschouwd als een jaarlijks betalingsattest en blijft de verplichting om ook het basisattest dat naar aanleiding van het sluiten van het contract werd afgeleverd, ter beschikking te houden van de administratie als men een belastingvermindering vraagt.

Het fiscaal stelsel van een herfinancieringslening volgt veelal dat van de geherfinancierde lening, waarbij als aanvangsdatum van de lening de aanvangsdatum van de geherfinancierde lening in aanmerking wordt genomen.

Attesten ter beschikking houden

Om te bepalen welke attesten de belastingplichtige ter beschikking moet houden van de belastingadministratie, moet altijd de datum van de overeenkomst in aanmerking genomen worden. Hetzelfde geldt voor de individuele levensverzekeringscontracten.

Op advies van de Raad van State wordt voor de vanaf 1 januari 2016 gesloten herfinancieringsleningen van vóór die datum afgesloten leningen, expliciet aangegeven dat hierop de regels voor leningen gesloten vanaf 1 januari 2016 van toepassing zijn.

De verplichting om attesten ter beschikking te houden van de administratie blijft in principe ook behouden voor het jaarlijks attest. Op die manier vermijdt men dat een belastingvermindering moet geweigerd worden omdat een bank of verzekeraar de verplichting om gegevens elektronisch mee te delen aan de FOD Financiën niet is nagekomen. Bovendien is die verplichting momenteel ook niet juridisch afdwingbaar bij buitenlandse financiële instellingen en verzekeringsondernemingen.

De belastingadministratie zal geen attesten bij de belastingplichtige opvragen wanneer ze de gegevens al elektronisch ontving van de bank of de verzekeraar. En ze zal ook het basisattest niet opvragen voor contracten gesloten vóór 1 januari 2016 als de verzekeraar of de bank haar de optionele gegevens al elektronisch heeft meegedeeld.

Het KB van 6 maart 2018 wijzigt de artikelen 63(2), 63(3), 63(11ter), 63(18/10), 63(18/11), 63(18/12) en 255 van het KB/WIB 1992, en voegt er de artikelen 63(18/10/1) en 63(18/12/1) aan toe.

In de artikelen 63(2), 63(3), 63(18/10), 63(18/11), 63(18/12) en 255 van het KB/WIB 1992 wordt nog altijd aan de belastingplichtige gevraagd dat hij een attest overlegt om zijn vraag om een belastingvermindering te staven.
De belastingadministratie vraagt echter al een aantal jaren niet meer dat de attesten bij de aangifte worden gevoegd, maar wel dat ze ter beschikking worden gehouden van de administratie.
Het KB van 6 maart 2018 past deze artikelen dan ook in die zin aan.

Vlaamse geïntegreerde woonbonus

Om van de Vlaamse geïntegreerde woonbonus te kunnen genieten, moet de belastingplichtige een attest ter beschikking houden van de FOD Financiën dat is afgeleverd door de instelling die de lening heeft toegestaan of door de verzekeraar bij wie hij zijn levensverzekering heeft afgesloten (art. 145(38/2), § 4, WIB 1992).
Er is niet expliciet geregeld dat het attest volgens een bepaald model moet opgesteld worden. Het is echter aangewezen dat de verzekeraars en financiële instellingen hetzelfde attest zouden gebruiken voor alle federale en gewestelijke belastingverminderingen.

Om het gebruik van de attesten 281.61 en 281.62 ook voor de Vlaamse geïntegreerde woonbonus afdwingbaar te maken, voegt het KB van 6 maart 2018 een artikel 63(18/10/1) toe aan het KB/WIB 1992.

Waalse ‘chèque habitat’

Voor de attesten in het kader van de Waalse ‘chèque habitat’ (art. 145(46ter) tot 145(46quinquies), WIB 1992) voegt het KB van 6 maart 2018 een nieuw artikel 63(18/12/1) toe aan het KB/WIB 1992.

Aan het Waalse Gewest werd gevraagd het om het ‘besluit van 24 november 2016 tot uitvoering van het decreet van 20 juli 2016 betreffende de toekenning van een fiscaal voordeel voor de aankoop van de eigen woning: de ‘chèque habitat’ (wooncheque) op te heffen vanaf het aanslagjaar 2019.

Groene leningen

De belastingvermindering voor interesten van groene leningen (art. 145(24), § 3, WIB 1992 en art. 63(11ter), KB/WIB 1992) wordt verleend voor interesten van leningen (ook niet-hypothecaire) die zijn aangegaan tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011.

Voor de niet-hypothecaire leningen en de hypothecaire leningen met een looptijd van minder dan 10 jaar wijzigt er niets op het vlak van de attesten.

Voor de hypothecaire leningen met een looptijd van 10 jaar of meer, moeten de banken elektronisch gegevens uitwisselen en is ook het geïntegreerde attest van toepassing.

Voor de geherfinancierde hypothecaire lening en de hypothecaire herfinancieringslening is vereist dat zij samen een minimale looptijd van 10 jaar hebben.

Enkel voor een vanaf 1 januari 2016 gesloten hypothecaire herfinancieringsleningen van hypothecaire leningen moeten alle gegevens op het jaarlijks attest verplicht ingevuld worden. Voor de andere leningen moet het basisattest verder worden voorgelegd.

Attesten aanslagjaar 2018 en aanslagjaar 2017

De banken en verzekeraars hebben voor de attesten die ze voor het aanslagjaar 2017 hebben uitgereikt, de modellen van het ‘attest 281.61 hypothecaire lening’ en het ‘attest 281.62 individuele levensverzekering’ gebruikt die op 23 juni 2016 in het Belgisch Staatsblad verschenen.
Hetzelfde geldt ook voor de attesten die ze tegen 1 maart 2018 moesten uitreiken voor het aanslagjaar 2018.

De verwijzingen op al deze attesten zijn gebaseerd op de bestaande indeling van de artikelen in kwestie.
De administratie zal zo snel mogelijk nieuwe modelattesten publiceren met verwijzingen naar de nieuwe regels die van toepassing zijn vanaf het aj. 2019.

Voor de aanslagjaren 2017 en 2018 aanvaardt de administratie de attesten die werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 juni 2016 als jaarlijks betalingsattest en als basisattest voor de contracten die werden gesloten vanaf 1 januari 2016.

In werking

Het KB van 6 maart 2018 is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2019.

Bron: Koninklijk besluit van 6 maart 2018 tot wijziging van het KB/WIB 1992 op het stuk van de attesten die ter beschikking dienen te worden gehouden voor de toepassing van bepaalde belastingverminderingen voor hypothecaire leningen en individuele levensverzekeringen, BS 20 maart 2018.
Zie ook:
– Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB 1992), BS 13 september 1993 (art. 63(2), art. 63(3), art. 63(11ter), art. 63(18/10), art. 63(18/10/1), art. 63(18/11), art. 63(18/12), art. 63(18/12/1) en art. 255).
– Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992 (WIB 1992), BS 30 juli 1992 (art. 145(1), 2° en 3°, art. 145(24), § 3, art. 145(37), art. 145(38/2), art. 145(39) tot art. 145(42), art. 145(46ter) tot art. 145(46quinquies), art. 526, § 2 en art. 539).
Koninklijk Besluit van 9 februari 2017 tot uitvoering van artikel 323/1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 houdende de elektronische uitwisseling van de gegevens met betrekking tot de hypothecaire leningen en individuele levensverzekeringen, BS 20 februari 2017.
– Wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën, BS 20 december 2016 (art. 92 en art. 93)
– Algemene Administratie van de Fiscaliteit. - Bericht tot vaststelling van de modellen van attesten uit te reiken door de instellingen die hypothecaire leningen toestaan waarvan de interesten en kapitaalaflossingen recht kunnen geven op een gewestelijk belastingvoordeel en/of op een federale belastingvermindering, BS 23 juni 2016.
– Algemene Administratie van de Fiscaliteit. - Bericht tot vaststelling van de modellen van attesten uit te reiken door de verzekeraars met betrekking tot individuele levensverzekeringscontracten waarvan de premies recht kunnen geven op een gewestelijk belastingvoordeel en/of op een federale belastingvermindering, BS 23 juni 2016.
– Wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, BS 28 mei 2014; err., BS 27 januari 2015 (art. 13, art. 15, art. 72, art. 105 en art. 107)