tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Van kennisgeving bij openbaar onderzoek tot verplichte digitale indiening van alle meldingen

Nieuws - 20/10/2020
-
Auteur(s): 
Carine Govaert


Op 13 oktober 2020 publiceerde de Vlaamse regering een mozaïekbesluit met een hele reeks aanpassingen aan de belangrijkste besluiten op het vlak van milieu en omgevingsvergunning. Bijvoorbeeld aan het omgevingsvergunningsbesluit zelf en aan Vlarem 2 – waar de indelingslijst van de hinderlijke inrichtingen en activiteiten gecorrigeerd wordt. Het besluit laat ook de laatste bepalingen van het decreet van 26 april 2019 tot wijziging van het omgevingsvergunningsdecreet in werking treden. Die bepalingen hebben vooral te maken met de aktename van melding bij een melding van een hinderlijke inrichting of activiteit van klasse 3. We overlopen hierna de belangrijkste wijzigingen. Zij gaan in op 23 oktober 2020. Als dat niet zo is, vermelden we dat.

Correctie van indelingslijst

De Vlaamse regering schrapt de letter A (klasse 2-activiteit waarvoor het advies van de afdeling omgevingsvergunning nodig is) en verbetert de omschrijving van de letters X en Y, voor bkg- en GPBV-installaties.

Bron: art. 1, 3 en 17, 1° van het mozaïekbesluit.

De gewestelijke omgevingsambtenaar krijgt meer macht

De gewestelijke omgevingsambtenaar beslist niet alleen over bepaalde vergunningsaanvragen op gewestelijk niveau. Hij beslist vanaf nu ook over het al of niet toepassen van de administratieve lus en over het al of niet aanvaarden van verzoeken tot wijziging van een lopende vergunningsaanvraag, bv. naar aanleiding van een advies. En dit zowel bij dossiers die de vereenvoudigde procedure volgen, als bij dossiers die de gewone vergunningsprocedure volgen. Hij mag ook een vergunningsbesluit aanpassen – d.i. de naam van de exploitant wijzigen – na een melding van overdracht van de exploitatie van een vergunningsplichtige inrichting of activiteit aan een andere exploitant.

Bron: art. 5 en art. 35 van het mozaïekbesluit.

Geen vereenvoudigde procedure voor gemeentewegen

De bepaling dat de vereenvoudigde vergunningsprocedure niet kan toegepast worden op dossiers met wegenwerken waarvoor de gemeenteraad – en dus niet het college – bevoegd is, wordt uit het omgevingsvergunningsbesluit geschrapt. Maar dat betekent niet dat die bepaling verdwijnt. Het verbod op het toepassen van de vereenvoudigde procedure bij de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een weg werd in 2019 in het omgevingsvergunningsdecreet zelf ingeschreven.

Bron: art. 6-7, 9, 21-22, 26.

Omwonenden van klasse 1- én 2-inrichtingen worden gebriefd over openbaar onderzoek

Wie een gebouw gebruikt in de buurt van een klasse 1-inrichting wordt niet meer persoonlijk verwittigd wanneer de inrichting een vergunningsaanvraag indient. Eigenaars met gronden die palen aan een klasse 2-inrichting worden vanaf nu wél persoonlijk verwittigd.

Bron: art. 8 van het mozaïekbesluit.

Informatievergadering over omgevingsvergunning kan ook na Covid-19 nog digitaal verlopen

Omwille van covid-19 konden informatievergaderingen over vergunningsaanvragen tijdelijk digitaal gehouden worden, bv. via een webinar of via you tube. Het mozaïekbesluit verankert die mogelijkheid en preciseert wie kan beslissen om de informatievergadering digitaal te houden en hoe alle betrokkenen geïnformeerd worden.

Bron: art. 10 van het mozaïekbesluit.

VLAIO volgt grootschalige kleinhandelsactiviteiten vlakbij Brussel of Wallonië op

Als het college van burgemeester en schepenen of de deputatie van de provincie een vergunningsaanvraag binnenkrijgt voor kleinhandelsactiviteiten op een oppervlakte van meer dan 20.000m2 en het bewuste terrein ligt op minder dan 20 km van de gewestgrens, moet de lokale omgevingsambtenaar de Vlaamse regering verwittigen met een beveiligde zending. De Vlaamse regering zal dan op haar beurt de regering van het nabijgelegen gewest op de hoogte brengen van de plannen. Het mozaïekbesluit preciseert nu dat het college en de deputatie hun beveiligde zendingen niet meer moeten sturen naar ‘de Vlaamse regering’, maar naar de leidinggevende ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Die ambtenaar zal dan, als gewestelijk omgevingsambtenaar-van-rechtswege, het dossier op intergewestelijk niveau verder opvolgen in naam van de Vlaamse regering.

Bron: art. 11 van het mozaïekbesluit.

Ook notuleren dat er géén papieren bezwaren werden ingediend tijdens openbaar onderzoek

Ook als er tijdens een openbaar onderzoek naar een vergunningsaanvraag géén standpunten, opmerkingen of bezwaren werden ingediend op papier, moet de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat expliciet vermelden in zijn verslag, preciseert het mozaïekbesluit. Dat verslag maakt deel uit van het vergunningsdossier. Op die wijze weten alle betrokken entiteiten dat er wel degelijk een openbaar onderzoek heeft plaats gevonden en dat niemand bezwaar maakte tegen de vergunningsaanvraag.

Digitale bezwaren, die ingediend worden via het omgevingsloket, zijn wél onmiddellijk zichtbaar. Die hoeven niet apart gesignaleerd te worden.

Bron: art. 12 van het mozaïekbesluit.

Advies bij ingreep aan onbevaarbare waterloop

Het omgevingsvergunningsbesluit somt een 20-tal instanties op die advies mogen verlenen over vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen of verkavelingen. Het advies voor werken tot wijziging of verbetering van onbevaarbare waterlopen van 2e of 3e categorie wordt vanaf nu verleend door ‘de waterbeheerder’. Dat kán de provincie zijn, zoals in het omgevingsbesluit stond, maar dat kan ook een andere instantie zijn, zoals een polder of watering.

Bron: art. 13, eerste lid, van het mozaïekbesluit.

Snellere update van de luchtvaartadvieskaart

De procedure om de luchtvaartadvieskaart aan te passen, kan sneller. Het mozaïekbesluit schrapt de tussenkomst van de federale ministers en maakt het mogelijk dat de federale administratie rechtstreeks een ontwerp bezorgt aan het Departement Omgeving. De nieuwe kaart wordt dan van kracht zodra het departement die digitaal ter beschikking stelt.

De luchtvaartadvieskaart bepaalt vanaf welke hoogte het advies van het federale Directoraat-Generaal Luchtvaart verplicht is. Dat is altijd het geval als een constructie een hoogte van 60 meter bereikt. Maar dat kan ook al vanaf een kleinere hoogte, bv. wanneer er een vliegveld of een communicatie- of navigatie-installatie in de buurt ligt.

Bron: art. 13, tweede lid, van het mozaïekbesluit.

Afdeling Milieu adviseert alleen nog over meest hinderlijke inrichtingen en activiteiten

De afdeling bevoegd voor de omgevingsvergunning van het Departement Omgeving geeft alleen nog advies over alle vergunningsaanvragen die betrekking hebben op klasse 1-inrichtingen. En niet meer over klasse 2’s (2A’s).

Bron: art. 14 van het mozaïekbesluit.

Niet meer langs omgevingsvergunningscommissie passeren omwille van advies van ASTRID-veiligheidscommissie

Als het college, de deputatie of de Vlaamse regering enerzijds, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar anderzijds, méér dan 5 adviezen moet opvragen over een vergunningsdossier dat de gewone vergunningsprocedure volgt, dan moet het dossier ook voorgelegd worden aan de bevoegde provinciale (POVC) of gewestelijke omgevingsvergunningscommissie (GOVC).

De adviezen van de afdelingen RO en Milieu van het departement Omgeving tellen daarbij niet mee.

In de toekomst telt ook het advies van de federale ASTRID-veiligheidscommissie niet meer mee.

Het advies van de ASTRID-veiligheidscommissie is een erg specifiek advies. Het is nodig bij bouw- of infrastructuurwerken die toegankelijk zijn voor het publiek waar een toeloop van meer dan 150 mensen wordt verwacht, bij bouw- en infrastructuurwerken met een oppervlakte van meer dan 2.500 m2 en bij bouw- en infrastructuurwerken met een ondergrondse ruimte van minstens 25m2 die toegankelijk is voor het publiek of waar er gevaarlijke stoffen worden opgeslagen.

Opgelet! Het advies van de ASTRID-veiligheidscommissie moet wél nog meegeteld worden wanneer de vergunningsaanvraag vóór 23 oktober 2020 werd ingediend; ook al wordt het advies pas na die datum opgesteld.

Bron: art. 17, 1° en 4°, 18, 2°, en 58 van het mozaïekbesluit.

Online-vergaderingen en online-hoorzittingen

De voorzitters van de omgevingsvergunningscommissies kunnen beslissen dat een vergadering via tele- of videoconferentie wordt gehouden.

Ook hoorzittingen kunnen digitaal gehouden worden, op voorwaarde dat alle personen die gehoord wensen te worden, daarmee akkoord gaan. En dat geldt zowel voor de hoorzittingen die in de schoot van de omgevingsvergunningscommissies worden gehouden, als voor de hoorzittingen met de vergunningverlener in het kader van een vergunningsaanvraag of een beroep tegen een vergunningsaanvraag (art. 76 en art. 90 OVB).

Deze wijzigingen zijn retroactief ingegaan. Op 15 september 2020. Onder covid-19 was online-vergaderen en online-horen trouwens ook al mogelijk.

Bron: art. 19-20, 30, 34 en art. 59, tweede lid, van het mozaïekbesluit.

Meer informatie in vergunningsbeslissing

De uiteindelijke vergunningsbeslissing bevat een 15-tal verplichte vermeldingen. Het mozaïekbesluit verfijnt die:
Bij een ingedeelde inrichting of activiteit wordt vanaf nu ook het inrichtingsnummer en eventueel het ondernemingsnummer van de exploitant vermeld.
Bij elke vergunningsbeslissing wordt een motivering gegeven die onder meer rekening houdt met het onderling verweven karakter van de vergunningsplichtige aspecten. Dus niet alleen met de stedenbouwkundige en milieugebonden aspecten, maar ook met de eventuele kleinhandelsaspecten of met de wijziging van de vegetatie of het reliëf.
Tot slot worden in de vergunningsbeslissing ook de lasten en voorwaarden opgenomen. Niet alleen in uitvoering van de gewone vergunningsprocedure, maar ook in uitvoering van de vereenvoudigde procedure of van een eventuele procedure in beroep.

Bron: art. 23 van het mozaïekbesluit.

Overheid informeert comité PBW niet meer over vergunningsaanvraag voor ingedeelde inrichting of activiteit

De vergunningverlenende overheid brengt het comité PBW niet meer op de hoogte van een vergunningsbeslissing met een aparte, beveiligde zending.

Bron: art. 25 van het mozaïekbesluit.

Álle vergunningsvoorwaarden kunnen bijgesteld worden

Sinds het decreet van 26 april 2019 kan de vergunninghouder of exploitant niet alleen de milieuvoorwaarden, maar ook de ándere voorwaarden uit zijn omgevingsvergunning laten bijstellen (art. 82/1 OVB). Dus: de voorwaarden inzake ruimtelijke ordening, kleinhandel of vegetatiewijziging, maar niet de verkavelingsvoorwaarden.

Het mozaïekbesluit preciseert hoe het verzoek tot bijstelling van alle vergunningsvoorwaarden moet worden ingediend, hoe de adviesverlening verloopt en hoe het verzoek wordt afgehandeld.

Deze uitbreiding geldt vanaf 3 november 2020, voor alle nieuwe en bestaande vergunningen.

Het regime van bijstelling van de milieu-voorwaardenambtshalve, of na een gemotiveerd initiatief of gemotiveerd verzoek – wijzigt niet (art. 82 OVB).

Bron: art. 36-48 en art. 59, eerste lid, 2°, van het mozaïekbesluit.

Meldingsplicht

Het mozaïekbesluit laat alle nieuwe decretale regels op de meldingsplicht uit het decreet van 26 april 2019 houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw (art. 60, 134-135, 137, 141-143, 147-150) in werking treden op 3 november 2020. Het gaat dan over de centralisatie van de meldingen op het gemeentelijke niveau, over de aktename van melding, de stilzwijgende aktename, en het veralgemenen van de verplichting om meldingen digitaal in te dienen via het Omgevingsloket.

De gemeente bezorgt ook een kopie van de meldingsakte aan de afdeling van de Vmm die bevoegd is voor het grondwater als de melding betrekking heeft op één van de indelingsrubrieken 52 t.e.m. 56.

Bron: art. 50-52, art. 54 en art. 59, 1° en 2°.

Geen subsidies meer voor stedenbouwkundige ambtenaren

Gemeenten kunnen alleen nog omgevingsambtenaren aanstellen, die op de hoogte moeten zijn van milieu- én ruimtelijk ordeningsrecht. Het besluit dat de gemeenten subsidies gaf voor de opleiding van hun voormalige stedenbouwkundige ambtenaren wordt dan ook opgeheven.

Bron: art. 56 van het mozaïekbesluit.