tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Covid-19: fiscus past percentages investeringsaftrek aan voor aanslagjaar 2021

Nieuws - 08/09/2020
-
Auteur(s): 
Christine Van Geel


Om de verreikende impact van de Covid-19-crisis te temperen, trof de Regering diverse fiscale maatregelen. Via de ‘wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de Covid-19 pandemie’ (Corona III) zorgde ze onder meer voor enkele wijzigingen op het vlak van de eenmalige investeringsaftrek.

De fiscus stemt nu zijn ‘bericht in verband met de investeringsaftrek’ voor investeringen gedaan tijdens het aanslagjaar 2021 af op deze wijzigingen.

Verhoogde investeringsaftrek

Bij de hervorming van de vennootschapsbelasting (wet van 25 december 2017) werd het basispercentage van de investeringsaftrek verhoogd tot 20% voor de vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019.
De wet van 15 juli 2020 voorziet nu in een basispercentage van 25% voor de vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tussen 12 maart en 31 december 2020.

Bovendien verlengt deze wet de termijn voor de overdracht van de ongebruikte investeringsaftrek voor de vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tijdens het jaar 2019 tot de twee volgende belastbare tijdperken in plaats van tot het enkele volgende belastbare tijdperk.

De fiscus stemt nu zijn ‘bericht in verband met de investeringsaftrek’ voor investeringen gedaan tijdens het aanslagjaar 2021, dat verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 mei 2020, af op deze wijzigingen.

Eenmalige investeringsaftrek aj. 2021

De percentages van de eenmalige investeringsaftrek voor investeringen gedaan tijdens het belastbaar tijdperk dat verbonden is aan het aanslagjaar 2021 (aj. 2021) luiden als volgt:

A. Natuurlijke personen:

digitale investeringen (*), octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeringen en rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca-inrichtingen:
-
verkregen of tot stand gebracht van 01.01.2019 tot 31.12.2019 (**): 20%;
-
verkregen of tot stand gebracht van 01.01.2020 tot 11.03.2020: 13,5%;
-
verkregen of tot stand gebracht van 12.03.2020 tot 31.12.2020 (**): 25%;
-
verkregen of tot stand gebracht vanaf 01.01.2021: 13,5%;
investeringen in beveiliging:
-
verkregen of tot stand gebracht van 01.01.2019 tot 11.03.2020: 20,5%;
-
verkregen of tot stand gebracht van 12.03.2020 tot 31.12.2020 (**): 25%;
-
verkregen of tot stand gebracht vanaf 01.01.2021: 20,5%;
andere investeringen:
-
verkregen of tot stand gebracht van 01.01.2019 tot 31.12.2019: 20%;
-
verkregen of tot stand gebracht van 01.01.2020 tot 11.03.2020: 8%;
-
verkregen of tot stand gebracht van 12.03.2020 tot 31.12.2020: 25%;
-
verkregen of tot stand gebracht vanaf 01.01.2021: 8%;
Opgelet!
(*) Alleen van toepassing voor natuurlijke personen die voor aanslagjaar 2021 op overeenkomstige wijze beantwoorden aan de criteria van artikel 1:24, §§ 1 tot 6 , van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
(**) Het in artikel 69, § 1, eerste lid, 2° van het WIB 1992 bedoelde verhoogde percentage is niet van toepassing als het in artikel 69, § 1, eerste lid, 1°, of in artikel 201, § 1, eerste lid, 1° van het WIB 1992 vermelde basispercentrage gunstiger is (Kamer, Doc 54/2864-001, blz. 36). Naar analogie hiermee kan dezelfde redenering worden gevolgd voor wat betreft het in artikel 69, § 1, eerste lid, 3°, WIB 1992, bedoelde verhoogde percentage.

B. Vennootschappen:

1. Alle vennootschappen:

octrooien(***), milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling(***), energiebesparende investeringen en rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca-inrichtingen: 13,5%;
investeringen tot aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten: 3%;
Opgelet!
(***) Vennootschappen die onherroepelijk hebben geopteerd voor het in artikel 289quater van het WIB 1992 vermelde belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling kunnen vanaf het aanslagjaar waarin zij die keuze maakten, niet meer genieten van de investeringsaftrek voor octrooien en milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling.

2. Vennootschappen bedoeld in artikel 1:24, §§ 1 tot 6 , van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (of, in voorkomend geval, in art. 15, § 1 tot § 6 van het Wetboek van vennootschappen):

digitale investeringen: 13,5%;
investeringen in beveiliging: 20,5%;
voor andere dan de in B.1. en B.2., eerste en tweede puntje en B.3. vermelde investeringen (****):
-
verkregen of tot stand gebracht tussen 01.01.2019 en 31.12.2019: 20%;
-
verkregen of tot stand gebracht tussen 01.01.2020 en 11.03.2020: 8%;
-
verkregen of tot stand gebracht tussen 12.03.2020 en 31.12.2020: 25%;
-
verkregen of tot stand gebracht vanaf 01.01.2021: 8%.
Opgelet!
(****) Alleen van toepassing als de vennootschap onherroepelijk heeft verzaakt aan de in de artikelen 205bis tot 205novies van het WIB 1992 bedoelde aftrek voor risicokapitaal (notionele interestaftrek).
in B.1., eerste puntje en B.2., eerste puntje bedoelde investeringen (**) (*****):
-
verkregen of tot stand gebracht tussen 01.01.2019 en 31.12.2019: 20%;
-
verkregen of tot stand gebracht tussen 12.03.2020 en 31.12.2020: 25%;
in B.2., tweede puntje bedoelde investeringen (**) (*****):
-
verkregen of tot stand gebracht tussen 12.03.2020 en 31.12.2020: 25%.
Opgelet!
(**) Het in artikel 69, § 1, eerste lid, 2° van het WIB 1992 bedoelde verhoogde percentage is niet van toepassing als het in artikel 69, § 1, eerste lid, 1° , of in artikel 201, § 1, eerste lid, 1° van het WIB 1992 vermelde basispercentrage gunstiger is (Kamer, Doc 54/2864-001, blz. 36). Naar analogie hiermee kan dezelfde redenering worden gevolgd voor wat betreft het in artikel 69, § 1, eerste lid, 3°, WIB 1992, bedoelde verhoogde percentage.
(*****) De toepassing van het tarief van 20% of 25% brengt de beperkingen bedoeld in artikel 201, § 1, derde lid (verzaking aan de aftrek voor risicokapitaal) en vijfde lid (overdracht beperkt tot het volgend belastbaar tijdperk, of met betrekking tot de in 2019 verkregen of tot stand gebrachte vaste activa, overdracht beperkt tot de twee belastbare tijdperken volgend op dat waarin de betrokken vaste activa werden verkregen of tot stand gebracht) van het WIB 1992 mee, én de verplichting voor alle vennootschappen om in dit geval de algemene opgave, zoals bedoeld in artikel 47, 2° van het KB/WIB 1992, ter beschikking van de administratie te houden.

3. Vennootschappen die uitsluitend winst uit de zeescheepvaart verkrijgen:
voor investeringen in zeeschepen: 30%.

Bron: Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Bericht in verband met de investeringsaftrek, BS 8 september 2020. http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2020/09/08_1.pdf#Page239
Zie ook:
– Wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (CORONA III), BS 23 juli 2020 (art. 11 en art. 12).
– Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Bericht in verband met de investeringsaftrek, BS 22 mei 2020.
– Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Bericht in verband met de investeringsaftrek, BS 11 april 2019.