tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Ondernemingen en particulieren kunnen beheer- en dienstenvergoedingen krijgen bij landinrichting

Nieuws - 09/09/2019
-
Auteur(s): 
Carine Govaert


De Vlaamse Landmaatschappij (VLM), de provincie of de gemeente (‘optredende overheid’) kan met de gebruiker van een grond een beheerovereenkomst sluiten voor het uitvoeren van milieubeheerwerken in het kader van een landinrichtingsplan, een inrichtingsnota of een beheervisie. In tegenstelling tot de beheerovereenkomsten in uitvoering van de Europese regels op de plattelandsontwikkeling, moet de gebruiker van de grond hier géén landbouwer zijn. Ook ondernemingen komen dus in aanmerking.
Een beheerovereenkomst geeft recht op een beheervergoeding.
Het landinrichtingsplan, de inrichtingsnota of de beheervisie kan ook een jaarlijkse dienstenvergoeding toekennen voor het verrichten van bijkomende diensten.

De basis daarvoor werd gelegd in het Landinrichtingsdecreet. Het Landinrichtingsbesluit bevat al enkele uitvoeringsbepalingen, maar de Vlaamse regering vult die aan met een besluit van 17 mei 2019. De meeste aanvullingen komen echter neer op een delegatie aan de minister die bevoegd is voor landinrichting en natuurbehoud.

Over naar de minister

Volgens het besluit van de Vlaamse regering bepaalt de minister:
de beheermaatregelen. Zoals: de vereiste afmetingen van het gebied dat onder de beheerovereenkomst valt, de wijze waarop de beheerovereenkomst kan worden gesloten of het soort activiteiten waarvoor een beheerovereenkomst kan worden gesloten (bv.: inzaaien van bepaalde stroken, verplicht maaien, verbod op meststoffen of bodemverbeteraars, aanbrengen van bescherming tegen vraatschade,...). Net als bij het plattelandsregime zal er met beheerpakketten gewerkt worden;
de beheervergoeding. Het Landinrichtingsbesluit bevat echter een formule die de minister moet respecteren. Dat betekent dat hij in de praktijk enkel invulling kan geven aan de coëfficiënten uit de formule – op basis van de meest recente cijfers van het Departement voor Landbouw en Visserij (bv. cijfers over de gemiddelde opbrengst van bepaalde teelten);
de aanvraag voor een beheerovereenkomst. Namelijk: wat in zo’n aanvraag moet staan, hoe de aanvraag wordt ingediend (aangetekend) en binnen welke termijn dat moet gebeuren (wellicht vóór 1 oktober);
de aanvangsdatum en de duur van de beheerovereenkomst (Alle overeenkomsten zouden op 1 januari aanvangen);
de wijze waarop de beheerovereenkomst kan worden gewijzigd of vroegtijdig kan worden stopgezet wegens overdracht van (een deel van) de betrokken percelen, een wijziging van de basiskwaliteit voor milieu en natuur, of een andere wijziging waardoor niet langer voldaan is aan de voorwaarden;
de aanvangsdatum en de duur van de dienstenvergoeding; en
de voorwaarden voor het verlengen van de dienstenvergoeding.

Optredende instantie betaalt

Als het landinrichtingsplan, de inrichtingsnota of de beheervisie uitgaat van het gewest, treedt de Vlaamse Landmaatschappij op als ‘optredende instantie’.
Als het initiatief uitgaat van een provincie, treedt die provincie zelf op als optredende instantie. Idem wat de gemeenten betreft. De provincies en de gemeenten kunnen het agentschap echter vragen om hun taken als optredende instantie over te nemen. Zij betalen daarvoor een vergoeding (‘werkingsmiddelen’).

Tot de taken van de optredende instantie behoort bijvoorbeeld: het betalen van de beheervergoeding en het houden van toezicht op de uitvoering van de overeenkomst, mét controles ter plaatse. De optredende instantie kan zich laten adviseren door deskundige derden.

Uitgesloten

De optredende instantie kan géén overeenkomst sluiten met andere overheidsinstanties of met rechtspersonen die belast zijn met taken van openbaar nut. Er kunnen ook geen overeenkomsten gesloten worden voor natuurreservaten of voor percelen die tot het openbaar domein behoren.

Landinrichting heeft tot doel de integrale inrichting van gebieden te realiseren volgens de bestemming die deze gebieden kregen in de ruimtelijke ordening: natuur, landbouw, recreatie, wonen, ... De gebruiker met wie een beheerovereenkomst kan worden gesloten, is hier: de persoon die als eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of houder van een recht van gebruik of bewoning, een onroerend goed exploiteert of huurt.

Van toepassing:
Vlaams gewest.
Vanaf 19 september 2019. Uitvoerings-MB nodig.

Zie ook: