tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Interestvoet voor betalingsachterstand bij handelstransacties tweede semester 2019

Nieuws - 18/07/2019
-
Auteur(s): 
Christine Van Geel


Van 1 juli 2019 tot en met 31 december 2019 (tweede semester 2019) bedraagt de interestvoet die van toepassing is in geval van betalingsachterstand bij handelstransacties 8%.

Hij blijft ongewijzigd ten opzichte van de interestvoet die gold voor het eerste semester van 2019.

Voor leveringen, diensten én werken

Het regime van de betalingsachterstand bij handelstransacties is sinds 16 maart 2013 van toepassing op elke transactie tegen betaling tussen:
ondernemingen onderling (ook tussen vrije beroepers); of
ondernemingen en overheidsinstanties, waarbij de overheidsinstantie de schuldenaar is.
Bovendien moet die transactie leiden tot:
het leveren van goederen;
het verrichten van diensten; of
het ontwerp en de uitvoering van openbare werken en bouw- en civieltechnische werken.

De ‘wet van 2 augustus 2002 over de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties’ is van toepassing op alle betalingen tot vergoeding van handelstransacties. Ze geldt alleen bij handelstransacties tussen ondernemingen en overheden, waarbij de schuldenaar een overheidsinstantie is (als bedoeld in art. 4, § 2, wet van 2 augustus 2002), als de regelgeving inzake overheidsopdrachten en concessies op het vlak van de verificatie- en betalingsregels, zoals vervat in de algemene uitvoeringsregels, niet spelen (dus als het gaat om ‘kleine opdrachten’; dat zijn opdrachten die onder de drempel van 30.000 euro, excl. btw, blijven).

De regels op de betalingsachterstand bij handelstransacties gelden niet bij transacties tussen ondernemingen en consumenten. En ze zijn ook niet van toepassing op niet-commerciële transacties, zoals het uitbetalen van prijzen, subsidies of schadevergoedingen, of het betalen van fiscale of sociale schulden.

De wet van 2 augustus 2002 is van toepassing op betalingen in uitvoering van overeenkomsten gesloten, vernieuwd of verlengd vanaf 16 maart 2013. Ze was ook van toepassing op betalingen in uitvoering van lopende overeenkomsten gedurende 2 jaar, te rekenen vanaf 16 maart 2013.

Betalingstermijn van 30 of 60 dagen

Als er in de overeenkomst geen betalingstermijn werd afgesproken, dan moet de factuur binnen de 30 dagen betaald worden. Die termijn begint te lopen:
vanaf de ontvangst van de factuur,
vanaf de ontvangst van de goederen of diensten of het uitvoeren van de werken, of
na aanvaarding of controle ervan, en ten laatste vanaf het aflopen van de verificatietermijn.

Ondernemingen blijven volledig vrij om een langere betalingstermijn af te spreken in hun contracten.

Dat is niet zo voor de overheden. Overheidsinstanties, zoals gemeenten, provincies, OCMW’s, departementen of agentschappen, moeten zich houden aan de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen.
Overheden kunnen alleen een langere betalingstermijn afspreken “als dit objectief wordt gerechtvaardigd door de bijzondere aard of door bepaalde elementen van de overeenkomst”. Maar ook dan mag de betalingstermijn niet meer dan 60 kalenderdagen bedragen.

Voor bepaalde gezondheidsorganisaties – zoals ziekenhuizen of rusthuizen – bedraagt de betalingstermijn d’office 60 kalenderdagen, zonder dat die termijn verlengd kan worden.

Overheidsbedrijven vallen onder het soepeler stelsel van de ondernemingen. Niet onder dat van de overheidsinstanties.

Het blijft voor alle partijen mogelijk om in termijnen te betalen. De verwijlinterest wordt dan alleen berekend op de bedragen die te laat gestort werden.

Forfait voor invorderingskosten

De schuldeiser die geconfronteerd wordt met een laattijdige betaling, heeft automatisch recht heeft op een forfait van 40 euro voor invorderingskosten. Van rechtswege en zonder ingebrekestelling.

Interestvoeten 2018

De interestvoet voor achterstallige betalingen bij handelstransacties die tijdens het eerste en het tweede semester van 2018 van toepassing was, bedroeg ook telkens 8%.

Bron: Mededeling over de interestvoet die van toepassing is in geval van betalingsachterstand bij handelstransacties, BS 18 juli 2019 (interestvoet tweede semester 2019)
Zie ook:
– Mededeling over de interestvoet die van toepassing is in geval van betalingsachterstand bij handelstransacties, BS 29 januari 2019 (interestvoet eerste semester 2019).
– Mededeling over de interestvoet die van toepassing is in geval van betalingsachterstand bij handelstransacties, BS 25 juli 2018 (interestvoet tweede semester 2018).
– Mededeling van 7 januari 2018 over de interestvoet die van toepassing is in geval van betalingsachterstand bij handelstransacties, BS 24 januari 2018 (interestvoet eerste semester 2018).
Koninklijk besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren, BS 23 juni 2017.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, BS 9 mei 2017.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, BS 14 juli 2016.
Koninklijk besluit van 25 april 2014 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 5 van de wet van 22 november 2013 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, BS 4 juni 2014.
Wet van 22 november 2013 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, BS 10 december 2013.
– Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, BS 7 augustus 2002 (art. 2, art. 4 en art. 5).