Vanaf 1 september boetes na huurdiscriminatietests in Brussel
Nieuws - 11/07/2019
-
Auteur(s): Carine Govaert
De inspecteurs van Brussel Huisvesting mogen vanaf 1 september 2019 huurdiscriminatietests afnemen en een administratieve boete tot 99.200 euro opleggen als zij vaststellen dat een eigenaar, verhuurder, beheerder, syndicus of vastgoedmakelaar, huurders discrimineert. Discriminatietests kunnen in principe ook afgenomen worden door het slachtoffer zelf, door derden op vraag van het slachtoffer, of door bepaalde belangenverenigingen.
In een besluit van 21 maart 2019 legt de Brusselse regering de procedure en termijnen vast, en beslist ze dat de discriminatietests starten op 1 september.
Tegen discriminatie
De Brusselse Huisvestingscode verbiedt
discriminatie bij de toegang tot de huisvesting. Meer bepaald: discriminatie op basis van geslacht – ook zwangerschap –, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationaliteit, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst en positie.
Omdat discriminatie vaak moeilijk te bewijzen is, mogen de huisvestingsinspecteurs
discriminatietests organiseren: situatietests en ‘mystery client’-tests. Dat kan echter alleen als er al ernstige aanwijzingen zijn van directe of indirecte discriminatie.
Na hoorzitting
Als uit de discriminatietest blijkt dat er effectief gediscrimineerd wordt, stelt de inspecteur een pv op. De vermoedelijke dader wordt dan binnen de 60 dagen uitgenodigd voor een gesprek (‘hoorzitting’). Hij mag zich laten vergezellen door een persoon naar keuze. De termijn van 60 dagen kan met 30 dagen verlengd worden als de betrokkene in het ziekenhuis ligt, in het buitenland verblijft of een andere goede reden heeft om niet aanwezig te zijn.
Na de hoorzitting kan de inspectie beslissen om het dossier te seponeren of om het over te maken aan de procureur des Konings. Dat moet binnen de 15 dagen na de hoorzitting gebeuren.
De procureur beslist dan binnen de 45 dagen wat hij met het dossier wil doen: een aanvullend onderzoek instellen, een strafrechtelijke procedure opstarten of – wat het meest waarschijnlijk is – seponeren. In dat geval keert het dossier terug naar Brussel Huisvesting, dat een alternatieve administratieve boete kan opleggen. Ook wanneer de procureur geen beslissing neemt binnen de termijn van 45 dagen, keert het dossier terug naar Brussel Huisvesting, dat dan administratief kan vervolgen.
Boete van 1.000 tot 49.600 euro
Wettelijk gezien kan de administratieve boete variëren tussen de 125 en de 6.200 euro. Maar op die bedragen worden de wettelijke opdeciemen toegepast. Ze moeten dus met 8 vermenigvuldigd worden.
Bij een herhaling van de feiten binnen de 5 jaar kan de boete verdubbeld worden, tot maximum 99.200 euro (6.200 x 8 x 2).
Bij verzachtende omstandigheden wordt het boetebedrag gehalveerd, maar het kan nooit lager zijn dan 500 euro ([125 x 8] : 2).
De boete wordt ook gehalveerd als de overtreder een opleiding volgt over de strijd tegen discriminatie bij de toegang tot de huisvesting. Als de overtreder een rechtspersoon is die vastgoedactiviteiten uitoefent – dus een immobiliënkantoor – moeten alle personeelsleden die met de klanten in contact komen, de opleiding volgen. De inspectie kan echter bepaalde personen vrijstellen.
De boetes gaan niet naar het slachtoffer van de discriminatie, maar naar het Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit. Het slachtoffer heeft wel recht op een
schadevergoeding, maar dat wordt in de Brusselse Huisvestingscode zelf geregeld, en niet in dit uitvoeringsbesluit.
In beroep
De eigenaar of vastgoedmakelaar kan de administratieve boete betwisten. Hij moet dan binnen de 15 dagen beroep aantekenen bij de minister van Huisvesting of bij de ambtenaar die zij daartoe heeft aangewezen.
De minister of ambtenaar trancheert binnen de 30 dagen, of binnen de 60 dagen als hij of zij beslist om eerst een nieuwe hoorzitting te organiseren. Neemt hij of zij niet tijdig een beslissing, dan vervalt de boete.
Inspecteur gaat vrijuit
Nog even dit: inspecteurs die discriminatietests uitvoeren, mogen dat doen met een valse identiteit. Het uitvoeringsbesluit zegt dan ook uitdrukkelijk dat ambtenaren die in het kader van de discriminatietests strafbare feiten plegen ‘die absoluut noodzakelijk zijn voor de uitoefening en het einddoel van hun opdrachten’, niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.
Vanaf 1 september
De
ordonnantie van 21 december 2018, die het mogelijk maakt om discriminatietests uit te voeren, en het huidige uitvoeringsbesluit treden in werking op 1 september 2019.
Zie ook: