Vlaamse regering vult lokaal woonoverleg in voor ‘autonome’ gemeenten
Nieuws - 16/01/2019
-
Auteur(s): Carine Govaert
Elke gemeente is volgens de Vlaamse Wooncode verantwoordelijk voor het uitwerken van het woonbeleid op lokaal vlak en moet sociale woonprojecten stimuleren, woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden ondersteunen en een woonkwaliteitsbeleid uitwerken. De gemeente kan daarvoor rekenen op de steun van het agentschap Wonen Vlaanderen en op financiële ondersteuning van het Vlaamse gewest. Beide steunvormen worden uitgediept in een besluit van 16 november 2018, dat samen met de nieuwe gemeentebesturen op 1 januari 2019 in werking is getreden.
Het nieuwe besluit preciseert dat álle gemeenten minstens 2 keer per jaar een lokaal woonoverleg moeten organiseren waarop zij de lokale woonactoren, de lokale welzijnsorganisaties en het agentschap Wonen-Vlaanderen moeten uitnodigen. Wat niet betekent dat die ook allemaal aanwezig moeten zijn op dat overleg. Tot nu gold de verplichting om minstens 2 keer per jaar een lokaal woonoverleg te organiseren alleen voor gemeenten die participeerden in een gesubsidieerd intergemeentelijk project lokaal woonbeleid en voor gemeenten die moesten aantonen dat zij voldoende inspanningen deden om het bindend sociaal objectief te behalen.
Op het lokaal woonoverleg moeten minstens 6 items besproken worden, waaronder het lokale toewijzingsreglement voor de sociale woningen, het toewijzingsreglement voor de bescheiden woningen, het gemeentelijk woonkwaliteitsreglement, en de inplanting of uitbreiding van woonwagenterreinen.
De gemeenten moeten hun lokale woonbeleidsprioriteiten voor de beleidscyclus 2020-2025 bovendien inpassen in de Vlaamse woonbeleidsprioriteiten. Dat betekent dat:
- ■
de gemeente moet zorgen voor een divers en betaalbaar woonaanbod afhankelijk van de noden;
- ■
zij moet werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving; en
- ■
zij haar inwoners moet informeren, adviseren en ondersteunen bij vragen over wonen.
Dit is geen vrijblijvend lijstje. De Vlaamse regering somt voor elke prioriteit een reeks verplichte activiteiten op en een reeks facultatieve aanvullende activiteiten. De gemeenten hoeven echter niet alle activiteiten zelf op te nemen. Zij kunnen bijvoorbeeld een akkoord afsluiten met de energiehuizen om hun inwoners te ondersteunen bij vragen over wonen.
Net als de voorbije jaren kunnen de gemeenten subsidies vragen voor het uitvoeren van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokale woonbeleid. Het subsidiebedrag hangt af van het aantal gezinnen per gemeente, het aantal gemeenten dat deelneemt aan het intergemeentelijk project, en het aantal en de aard van de aanvullende activiteiten die worden opgenomen in één of meerdere deelnemende gemeenten. De Vlaamse regering trekt een extra budget uit voor vernieuwende of experimentele projecten. Dat geld zal verdeeld worden na publicatie van een projectoproep.
Het nieuwe subsidiebesluit maakt het ook mogelijk dat gemeenten intreden en uittreden uit een intergemeentelijk subsidieproject of dat er wijzigingen worden aangebracht aan het lijstje van gesubsidieerde aanvullende activiteiten.
Van toepassing
Vlaams gewest. Vanaf 1 januari 2019. Met uitzonderingen.
Zie ook:
