Wél investeringssteun, maar geen groenestroomcertificaten meer voor ‘kleinere’ windmolens aan land
Nieuws - 18/09/2018
-
Auteur(s): Carine Govaert
De Vlaamse regering schrapt de productiesteun in de vorm van groenestroomcertificaten voor kleine en middelgrote windturbines aan land, en vervangt die door een investeringssteun bij de constructie van de turbines. De steun zal toegekend worden via een call-formule. Dat wil zeggen dat alleen de best renderende projecten ondersteund zullen worden bij de start. Het staat nog niet vast vanaf wanneer de nieuwe subsidieformule geldt, maar dat zou nog voor het einde van dit jaar het geval moeten zijn. De Vlaamse regering wil met deze maatregel kmo’s, landbouwbedrijven en ziekenhuizen aansporen om hun eigen groene stroom te produceren.
Tot 300 kW
De Vlaamse regering kent géén groenestroomcertificaten meer toe aan nieuwe windturbines met een bruto nominaal vermogen van meer dan 10 kW en maximum 300 kW.
Wie één of meerdere turbines wil plaatsen met een vermogen tot 300 kilowatt, zal wel een aanvraag kunnen indienen voor investeringssteun bij de bouw van de turbine(s). Op voorwaarde dat de opgewekte stroom ter plaatse zal worden verbruikt of de stroom via één aansluitingspunt zal worden geleverd aan het distributie- of transmissienet, een plaatselijk vervoersnet van elektriciteit of aan directe lijnen.
Voor wie?
De Vlaamse regering sluit niemand uit: in de toelichting bevestigt zij dat zowel natuurlijke personen, als ondernemingen, netbeheerders, niet-commerciële instellingen of publiekrechtelijke rechtspersonen in aanmerking komen voor deze vorm van investeringssteun. Er is maar 1 beperking: ondernemingen die onder het stelsel van de energiebeleidsovereenkomsten vallen en die hun overeenkomst niet naleven of er zelfs geen hebben, komen niet in aanmerking.
Om mogelijke conflicten te vermijden, moet de steunvrager wel kunnen bewijzen dat hij eigenaar is van het terrein waarop de turbines worden gebouwd, dat hij een recht van erfpacht of opstal op het terrein heeft, of dat hij voor dat terrein een concessieovereenkomst heeft gesloten.
De regering sluit vruchtgebruik uit, omdat aan vruchtgebruik op elk willekeurig moment een einde kan komen, bv. door het overlijden van de vruchtgebruiker, terwijl concessie-, opstal- en erfpachtovereenkomsten, een duidelijke – vaste – looptijd hebben, die niet afhangt van de persoonlijke situatie van de houder van het recht.
De steunvrager zal wel een bankwaarborg moeten stellen wanneer zijn project geselecteerd wordt voor steun. Ter waarde van 7,5% van het toegekende steunbedrag. De Vlaamse regering zal die bankwaarborg kunnen uitwinnen als bijvoorbeeld blijkt dat het geïnstalleerde vermogen lager is dan wat in de steunaanvraag werd beloofd, of als het project te traag van start gaat of zelfs helemaal niet gerealiseerd wordt.
Via call
De investeringssteun wordt toegekend volgens de call-formule. Dat wil zeggen dat de minister een oproep publiceert met een termijn waarbinnen projectvoorstellen kunnen worden ingediend. Daarna worden alle voorstellen gerangschikt volgens de mate waarin ze beantwoorden aan de criteria van de oproep. Vervolgens worden de subsidies toegekend, te beginnen met de best gerangschikte dossiers, en zo verder, tot het budget op is. De minister van Energie zal minstens één keer per jaar een oproep publiceren voor het indienen van projectvoorstellen. De minister bepaalt ook welk bedrag elk jaar zal worden uitgetrokken voor de investeringssteun. Naar verluidt zou Energieminister Bart Tommelein dit jaar nog 2,4 miljoen euro vrij maken voor deze maatregel.
De Energieminister bepaalt ook wat het hoogst mogelijke subsidiebedrag is dat per project kan worden toegekend. De Vlaamse regering legt alvast een plafond op van 1.000 euro per MWh verwachte energieopbrengst. Maar de minister kan dus voor een lager steunbedrag gaan.
De steunaanvragen moeten worden ingediend bij het Vlaams Energieagentschap, met een e-formulier. Het agentschap oordeelt of de aanvragen ontvankelijk zijn en rangschikt ze.
50% tot 70%
De subsidie zelf bestaat uit een percentage van de investerings- en aansluitingskosten (rekening houdende met het plafond). Namelijk:
Wat als uw project er niet bij is?
Exploitanten van projecten die uit de boot vielen bij een call omdat het geld op was, krijgen geen investeringssteun, maar kunnen ook niet terugvallen op groenestroomcertificaten. Voor hen is er enkel een troostprijs: zij mogen hun project bij een volgende steunoproep opnieuw indienen. Al dan niet in een aangepaste versie. Hopelijk lukt het dan wel…
Van toepassing:
- ■
Vlaams gewest
- ■
Vanaf: een datum die nog door de minister wordt bepaald.
- ■
Uitzondering: afschaffing van de groenestroomcertificaten voor nieuwe windturbines tot 300 kW: vanaf 1 januari 2019.
- ■
Wordt verwacht: ministerieel besluit.
