tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Meer opdrachten en sterkere rol voor Fiscale Bemiddelingsdienst

Nieuws - 16/04/2018
-
Auteur(s): 
Christine Van Geel


Bij de Fiscale Bemiddelingsdienst van de FOD Financiën wordt een ‘Cel administratieve sancties’ opgericht die de bevoegdheid inzake kwijtschelding van belastingverhogingen en fiscale administratieve boetes zal overnemen van de Fiscale Bemiddelingsdienst. Deze overname gebeurt uiterlijk op 1 januari 2019.

Wie een bezwaar indient aangaande het bedrag van een betekend kadastraal inkomen, zal vanaf 1 juni 2018 rechtstreeks een aanvraag tot fiscale bemiddeling kunnen indienen.

Dat staat onder meer in de wet van 29 maart 2018 die de taken van de Fiscale Bemiddelingsdienst uitbreidt en zijn rol versterkt.

Hierna volgt een overzicht van de nieuwigheden.

‘Cel administratieve sancties’

Bij de Fiscale Bemiddelingsdienst van de FOD Financiën wordt een ‘Cel administratieve sancties’ opgericht, die onder leiding wordt geplaatst van het ‘College’ van fiscaal bemiddelaars.
De ‘Cel administratieve sancties’ neemt de bevoegdheid inzake kwijtschelding van belastingverhogingen en fiscale administratieve boetes over van de Fiscale Bemiddelingsdienst.

De ‘Cel administratieve sancties’ krijgt dus als opdracht om te beslissen:
over de verzoeken om kwijtschelding of vermindering van belastingverhogingen en administratieve boetes bedoeld in de artikelen 444 en 445 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992);
over de verzoeken om kwijtschelding of vermindering van belastingenverhogingen en administratieve boetes bedoeld in artikel 2, derde lid van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (WIGB), en
over de verzoeken om kwijtschelding of vermindering van de proportionele en niet-proportionele boetes bedoeld in het Wetboek diverse rechten en taksen (WDTR),
voor zover die belastingverhogingen en administratieve boetes niet meer onderhevig zijn aan enig administratief en rechterlijk beroep en zij niet zijn opgelegd ingevolge inbreuken die via de administratieve weg zijn geregeld in het kader van het overleg, ingevoerd door de una via-wet.

Het College van fiscaal bemiddelaars bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden. De minister van Financiën wijst onder de leden van het College een voorzitter aan. Het College, eventueel met uitzondering van de voorzitter, is samengesteld uit een gelijk aantal leden die respectievelijk behoren tot de Nederlandse en de Franse taalrol.

De beslissingen over de verzoeken om kwijtschelding of vermindering van belastingverhogingen en administratieve boetes gericht aan de Fiscale Bemiddelingsdienst worden genomen door een meerderheid van het quorum van de leden van het College. Elk lid beschikt over één stem en het quorum zoals bepaald door het reglement van interne orde. Bij pariteit van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

De minister van Financiën bezorgt elk jaar een verslag over de belastingverhogingen en administratieve boetes die de ‘Cel administratieve sancties’ heeft kwijtgescholden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Een kopie van de beslissingen wordt anoniem, en met naleving van de bepalingen over het beroepsgeheim, samen met het jaarverslag aan de Kamer van volksvertegenwoordigers bezorgd.

De identiteit van de verzoeker om kwijtschelding of vermindering van een belastingverhoging of administratieve boete, en van de personeelsleden van de FOD Financiën, mag niet in het verslag worden vermeld.

De Kamer van volksvertegenwoordigers maakt enkel het verslag over de belastingverhogingen en administratieve boetes die de ‘Cel administratieve sancties’ heeft kwijtgescholden openbaar.

De Koning bepaalt de wijze waarop de bepalingen van overdracht van de bevoegdheid inzake kwijtschelding van belastingverhogingen en fiscale administratieve boetes worden vastgelegd.

Wanneer de ‘Cel administratieve sancties’ de bevoegdheid inzake kwijtschelding van belastingverhogingen en fiscale administratieve boetes precies overneemt van de Fiscale Bemiddelingsdienst, wordt nog bij KB vastgelegd.
De overname gebeurt echter uiterlijk op 1 januari 2019.

Betwisting van een kadastraal inkomen

Wie een bezwaar indient aangaande het bedrag van een betekend kadastraal inkomen en vaststelt dat de belastingadministratie daar niet op ingaat, kan een beroep doen op fiscale bemiddeling vooraleer naar de rechter te stappen. Wanneer de belastingplichtige om de tussenkomst van de fiscale bemiddelingsdienst vraagt, moet die aanvraag via de administratie zelf passeren.

Omdat deze omweg in de praktijk het aantal bemiddelingen beperkt, zal de bezwaarindiener vanaf 1 juni 2018 rechtstreeks een aanvraag tot fiscale bemiddeling kunnen indienen. Hij zal dus niet langer afhankelijk zijn van de tussenkomst van de onderzoekende ambtenaar (wijziging art. 501bis, § 1, eerste lid, WIB 1992; art. 9, wet van 29 maart 2018).

Niet-fiscale schuldvorderingen

In geval van een betwisting met een ambtenaar van de administratie belast met de inning en de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen, kan de schuldenaar vanaf 1 juni 2018 een aanvraag tot bemiddeling indienen bij de Fiscale Bemiddelingsdienst.

Dit geldt niet in geval van inning of invordering van sommen verschuldigd in het kader van de toepassing van de ‘wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO-wet)’ bij de FOD Financiën.

Aanpassing aan organisatie ‘Algemene Administratie van de Inning en de Invordering’

Indien de aanvraag tot bemiddeling betrekking heeft op een betwisting met een ambtenaar van de administratie van FOD Financiën belast met de inning en invordering van de fiscale of niet-fiscale schuldvorderingen, zijn alle middelen van tenuitvoerlegging bedoeld in Titel III van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek, gedurende maximum een maand geschorst en behouden de reeds gelegde beslagen hun bewarende werking, met uitzondering van de reeds gelegde beslagen onder derden die hun volle uitwerking behouden.
(aanpassing art. 116, §1/2, eerste lid, wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV) aan de evolutie in de organisatie en structuren van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering vanaf 1 september 2017(!); art. 12 en art. 15, wet van 29 maart 2018).

Schorsend effect bemiddelingsaanvraag

Een ontvankelijk verklaarde aanvraag tot bemiddeling heeft een schorsende werking op het nemen van enige beslissing, behalve indien de rechten van de Schatkist in gevaar zijn. De schorsingstermijn vangt aan vanaf de datum waarop de aanvraag tot fiscale bemiddeling ontvankelijk is verklaard.
Sinds 1 september 2017(!) wordt deze schorsingstermijn beëindigd op de dag waarop het bemiddelingsverslag wordt goedgekeurd door het College van fiscaal bemiddelaars, behoudens verzaking aan het administratief beroep of eerder akkoord tussen de betrokken partijen, en ten laatste één maand voor het verstrijken van de in artikel 1385undecies, vierde lid (ingevoerd door art. 14, wet van 29 maart 2018) van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde termijn.

Opheffing

De wet van 29 maart 2018 heft artikel 20 van het Wetboek diverse rechten en taksen uiterlijk op 1 januari 2019 op.

In werking

De wet van 29 maart 2018 treedt in werking op 13 april 2018.

Dit met uitzondering van:
Hoofdstuk 2: ‘Overdracht van de bevoegdheid inzake kwijtschelding van belastingverhogingen en fiscale administratieve boetes’, dat uiterlijk op 1 januari 2019 in werking treedt; de exacte datum van inwerkingtreding moet nog bij KB worden vastgelegd;
Hoofdstuk 3: ‘Uitbreiding van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag tot fiscale bemiddeling in geval van betwisting van een kadastraal inkomen’ en Hoofdstuk 4: ‘Bevoegdheid van de fiscale bemiddelingsdienst inzake niet-fiscale schuldvorderingen’, die beide op 1 juni 2018 in werking treden;
Hoofdstuk 5: ‘Aanpassing aan de evolutie in de organisatie en structuren van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering’ en Hoofdstuk 6: ‘Schorsend effect van een bemiddelingsaanvraag’, die beide uitwerking hebben vanaf 1 september 2017(!).

Bron: Wet van 29 maart 2018 tot uitbreiding van de opdrachten en versterking van de rol van de fiscale bemiddelingsdienst, BS 13 april 2018.
Zie ook:
– Wet van 20 september 2012 tot instelling van het “una via”-principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes, BS 22 oktober 2012 (una via-wet).
– Koninklijk besluit van 9 mei 2007 tot uitvoering van Hoofdstuk 5 van Titel VII van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV), BS 9 mei 2007 (art. 1).
– Wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV), BS 8 mei 2007 (art. 116)
– Wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën (DAVO-wet), BS 28 maart 2013.
– Gerechtelijk Wetboek (Ger.W.) (Titel III van het vijfde deel en art. 1385undecies)
– Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) (art. 444, art. 445 en art. 501bis, § 1, eerste lid)
– Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (WIGB) (art. 2, derde lid)
– Wetboek diverse rechten en taksen (WDTR)