Interesse?

een formulier ‘Voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting – Deel 1’, met telkens een apart formulier in functie van de eigen fiscale regels van het gewest (Vlaams Gewest, Waals Gewest, en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) waarin de belastingplichtige is gelokaliseerd;

een formulier ‘Voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting – Deel 2’ (federaal);

de ‘aangifte in de personenbelasting’ zelf (deel 1 en deel 2): deze aangifte, die samen met de bewijsstukken en bijlagen wordt ingescand, is een samenvatting van de gegevens uit het voorbereidend formulier. Deel 1 en deel 2 van de eigenlijke aangifte zijn dus samengevoegd op één aangifteformulier, met daarop een geheugensteun voor het invullen ervan (met voorbeelden).

geen gedeeltelijke vrijstelling van ‘opzeggingsvergoedingen en lonen tijdens opzegtermijn’ meer. Omdat de vrijstelling telkens via aparte codes kon gevraagd worden zowel voor gewone bezoldigingen (tijdens opzegtermijn), voor achterstallen, voor opzeggingsvergoedingen als voor sportersbezoldigingen of bezoldigingen betaald aan sporttrainers en -opleiders, verdwijnen in vak IV zo’n 20 codes. Ook ‘bedrijfsleiders met arbeidsovereenkomst’ konden de vrijstelling vragen. Daarom worden vier codes geschrapt in vak XVI (bedrijfsleidersbezoldigingen);

vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW) (nieuw in vak IV rubriek F.3). De werknemer vraagt de belastingvermindering op zijn VAPW-bijdrage aan in de nieuwe codes 1387 en 2387 van vak IV.F.3. Daar geeft hij de betaalde pensioenbijdrage aan; hij moet de vermindering zelf niet berekenen. Omdat ook bedrijfsleiders met arbeidsovereenkomst een VAPW kunnen sluiten, zijn ook hiervoor nieuwe codes opgenomen in vak XVI (codes 1421 en 2421). De VAPW-pensioenbijdrage wordt aangegeven in de vakken IV (wedden, lonen,…) en XVI (bedrijfsleidersbezoldigingen);

hogere belastingvrijstelling van dividenden. Dividenden van aandelen worden gedeeltelijk vrijgesteld van belasting. Die vrijstelling was nieuw in de PB-aangifte van vorig jaar en moet worden gevraagd in rubriek A.1.b van vak VII (roerende inkomsten). Wie in 2019 dividenden van aandelen heeft ontvangen voor ten minste 560 euro netto, na inhouding van 30% roerende voorheffing, moet naast code 1437-18 of code 2437-85 verrekenbare roerende voorheffing aangeven van 240 euro (800 euro x 0,30). Die 240 euro wordt dan verrekend met de verschuldigde belasting of terugbetaald;

belastingvermindering voor rechtsbijstandsverzekering: deze federale belastingvermindering wordt verleend voor premies die men sinds 1 september 2019 betaalt voor een rechtsbijstandsverzekering gesloten bij een verzekeringsonderneming die gevestigd is in de EER. In de PB-aangifte voor aj. 2020 komt maximaal 310 euro aan gestorte premies in aanmerking voor belastingvermindering. Deze belastingvermindering bedraagt 40% van de premies. In rubriek I van vak X (belastingverminderingen), kan de belastingplichtige de premie van een rechtsbijstandsverzekering vermelden (codes 1344-14 of 2344-81). Ook hier moet de belastingplichtige de belastingvermindering niet zelf berekenen, het bedrag van de premie vermelden volstaat;

deeleconomie: deeleconomieplatformen houden geen bedrijfsvoorheffing meer in op de vergoedingen die zij betalen in het kader van het ‘onbelast bijverdienen’. Het vroegere vak XIII waar die BV kon worden aangegeven om ze te laten verrekenen met de verschuldigde belasting, wordt dan ook geschrapt. Alle volgende vakken schuiven met één Romeins cijfer op;

vrijstelling voor sociaal passief : de ‘vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut’ kan voor het eerst in de aangifte worden toegepast, met betrekking tot de winst en baten van 2019. Daarom is zowel in vak XVII (winst – rubriek 14, codes 1633 en 2633) als in vak XVIII (baten – rubriek 13, codes 1681 en 2681) een nieuwe rubriek toegevoegd waar de vrijstelling kan worden gevraagd. In de PB-aangifte kan ze enkel worden toegepast door werkgevers natuurlijke personen, bv. een vrije beroeper of een eenmanszaak (buiten vennootschap) met personeel;

carry back voor land- en tuinbouw: via de carry back of ‘achterwaartse verliesverrekening’ kan een land- of tuinbouwer zijn beroepsverliezen, geleden door schade aan land- of tuinbouwteelten en veroorzaakt door noodweer (hagel, storm, overstroming…), aftrekken van de winst van de drie vorige jaren. Voor schade geleden en definitief vastgesteld in 2019 is dat een verliesverrekening met de winst van 2016, 2017 of 2018. Zo kan hij belasting die hij voor het verleden betaalde, terugkrijgen. De carry back moet uitdrukkelijk worden gevraagd in rubriek 17 van vak XVII (winst), naast de nieuwe codes 1642 en 2642. Opteert men niet voor de carry back maar voor de traditionele overdracht van verliezen naar een volgend jaar, dan blijft men het verlies aangeven naast de oude codes 1349/2349 van vak VIII (aftrekbare verliezen). Opgelet! Omdat de meeste land- en tuinbouwers worden belast op basis van forfaitaire grondslagen komen zij niet in aanmerking voor de carry back-regeling.

het e-mailadres van de belastingplichtige dat de fiscus niet langer vraagt;

de omschrijving van rubriek 6 van vak II (persoonlijke gegevens en gezinslasten) werd uitgebreid tot álle belastingplichtigen die geen volledig jaar onderworpen geweest zijn aan de personenbelasting. Die rubriek geldt niet alleen voor nieuwkomers of zij die naar België verhuizen, maar geldt ook voor vertrekkers of zij die België verlaten ;

eigen woning: er is een verduidelijking (“Opgelet!”) toegevoegd in vak III (inkomsten van onroerende goederen) waar het kadastraal inkomen (KI) en de huurgelden van belastbare onroerende goederen worden aangegeven;

loonbonus (niet-recurrent resultaatgebonden voordeel): een werknemer die een loonbonus ontvangt, ziet die vergoeding geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van belasting. Vanaf dit jaar past de fiscus de vrijstelling automatisch toe. Hierdoor verdwijnen telkens twee codes in vak IV (wedden en lonen) en in vak XVI (bedrijfsleidersbezoldigingen), want wat geldt voor werknemers, geldt ook voor bedrijfsleiders met arbeidsovereenkomst;

overuren met overwerktoeslag: in vak IV.G verdwijnen twee codes voor de berekening van de belastingvermindering voor ‘overuren met overwerktoeslag begrensd tot 130 uren’. Aangezien die begrenzing voor 2019 en 2020 verhoogd is tot 180 uren, zijn die codes tijdelijk overbodig;

woonbonus: de afschaffing van de Vlaamse geïntegreerde woonbonus geldt maar voor leningen gesloten vanaf 2020, en de PB-aangifte voor het aj. 2020 (inkomsten 2019) handelt uitsluitend over leningen die gesloten zijn vóór 2020. Alleen leningen gesloten vanaf 2010 geven nog recht op de verhoging van de Vlaamse woonbonus met 760 euro. Die verhoging wordt enkel toegepast tijdens de eerste 10 leningsjaren. Is uw oude Vlaamse woonbonuslening vóór 2010 gesloten, dan geeft die nog slechts recht op het basisbedrag van 2280 euro;

groeibedrijven: vak X (belastingverminderingen) bevat nog twee extra codes (1343 en 2343) voor de eventuele terugname van een reeds verkregen belastingvermindering voor investeringen in groeibedrijven;

taks op effectenrekeningen: het Grondwettelijk Hof vernietigde de taks op effectenrekeningen wegens schending van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. Die vernietiging geldt pas vanaf 1 oktober 2019. De taks blijft dus verschuldigd voor de referentieperiodes die eindigen uiterlijk 30 september 2019. Daarom is de meldplicht voor een belastingplichtige die titularis is van meerdere effectenrekeningen nog opgenomen in de aangifte (rubriek E, vak XIII), maar beperkt tot de periode van 1 januari 2019 tot 30 september 2019.