tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Hoofdelijke aansprakelijkheid fiscale schulden: regeling nu ook voor sector ‘levering van stortklaar beton’, maar ‘groene sector’ uitgesloten (art. 74 en art. 75, DB sociale zaken)

Nieuws - 17/01/2019
-
Auteur(s): 
Christine Van Geel


De bijzondere regeling van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale (en sociale) schulden voor wie voor ‘werken in onroerende staat’ beroep doet op een (onder)aannemer wordt uitgebreid tot de sector van “de levering van stortklaar beton”.

Daarnaast worden maar liefst 33 specifieke activiteiten uit de ‘land- en tuinbouwsector’ (‘groene sector’), zoals bv. teelt van groenten, boomkwekerijen, exploitatie van bossen, enz., uitgesloten van deze regeling.

Deze nieuwe maatregelen gelden vanaf 1 april 2019.

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale schulden

In het systeem van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale (en sociale) schulden zijn aannemers of opdrachtgevers die voor ‘werken in onroerende staat’ (in de zin van art. 20, § 2, Btw-KB nr. 1) beroep doen op een (onder)aannemer met fiscale (en/of sociale) schulden op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst, hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van die schulden (art. 400 tot 408, WIB 1992; art. 30bis tot 30quater, RSZ-wet).

Om hieraan te ontsnappen, moet de aannemer of opdrachtgever van het factuurbedrag (excl. btw):
15% doorstorten aan de fiscus in geval van belastingschulden;
35% doorstorten aan de RSZ in geval van sociale schulden.

De inhouding wordt beperkt tot het bedrag van de schulden op het ogenblik van de uitbetaling. Als het factuurbedrag kleiner is dan 7.143 euro (excl. btw) dan is een inhouding van 15% of 35% automatisch van toepassing.

Wie aan deze inhoudingsplicht voldoet, is niet langer hoofdelijk aansprakelijk. Opdrachtgevers en aannemers hebben er dus alle belang bij om na te gaan of er voor de potentiële medecontractant een inhoudingsplicht is of niet, vooraleer ze er een contract mee afsluiten. Dat kan via de publieke databank van de RSZ en van de fiscus.

Uitbreiding tot sector ‘levering van stortklaar beton’

De bijzondere regeling van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale (en sociale) schulden voor wie voor ‘werken in onroerende staat’ beroep doet op een (onder)aannemer gold al langer in de bouwsector, in de sector van de ‘bewakings- en/of toezichtsdiensten’ en in de ‘vleessector’.

Vanaf 1 april 2019 wordt ze dus ook uitgebreid tot de sector van ‘de levering van stortklaar beton’, zoals bedoeld in artikel 1, a, vierde lid, achtentwintigste streepje van het ‘KB van 4 maart 1975 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan’.

33 activiteiten uit ‘land- en tuinbouwsector’ uitgesloten

Maar liefst 33 specifieke activiteiten uit de ‘land- en tuinbouwsector’ (‘groene sector’) worden uitgesloten van bovenstaande bijzondere regeling van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor fiscale (en sociale) schulden.

Deze uitsluiting geldt ook vanaf 1 april 2019.

(wijziging art. 400, eerste lid, 1°, a), WIB 1992 door art. 74, wet van 21 december 2018 (fiscale schulden) en wijziging art. 30bis, RSZ-wet door art. 45, wet van 21 december 2018 (sociale schulden)).

In werking

Deze nieuwe maatregelen gelden vanaf 1 april 2019.

Bron: Wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, BS 17 januari 2019 (DB sociale zaken) (art. 45, art. 48, art. 74 en art. 75)
Zie ook:
Wetboek van de Inkomstenbelastingen van 10 april 1992, BS 30 juli 1992 (WIB 1992) (art. 400, eerste lid, 1°, a))