Vanaf 1 april 2019 bestaan er type 1- en type 2-archeologen (diversebepalingenbesluit OE)
Nieuws - 10/01/2019
-
Auteur(s): Carine Govaert
Archeologen moeten al sinds 2016
erkend zijn om hun beroep te mogen uitoefenen. Maar vanaf 1 april 2019 maakt het Vlaamse gewest een onderscheid tussen archeologen van
type 1 – die alle vormen van archeologisch onderzoek mogen uitvoeren –, en archeologen van
type 2 – die zich moeten beperken tot het uitvoeren van archeologisch vooronderzoek zónder ingreep in de bodem.
Een ‘archeoloog’ kan hier zowel een fysieke persoon als een rechtspersoon zijn.
Een ingreep in de bodem is volgens het onroerenderfgoeddecreet: elke wijziging van de eigenschappen van de ondergrond door de verwijdering of toevoeging van materie, de verhoging of verlaging van de grondwatertafel, of het samendrukken van de materialen waaruit de ondergrond bestaat.
In haar diversebepalingenbesluit van 14 december 2018 somt de Vlaamse regering alle voorwaarden op waaraan een archeoloog moet voldoen om als type 1 erkend te worden: diplomavereisten, opleiding in opgravingstechnieken en -methoden, opgravingservaring,… en het onderschrijven van de code van goede praktijk, nadat de archeoloog daarover eerst een opleiding van het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft gevolgd.
Voor de type 2’s zijn de voorwaarden (een heel klein beetje) soepeler. Maar ook zij moeten de specifieke opleiding over de code van goede praktijk volgen.
Net als nu wordt de aanvraag tot erkenning ingediend bij het agentschap, kan het agentschap een erkende archeoloog evalueren en kan het diens erkenning schorsen. Als een erkend archeoloog gedurende 10 jaar (i.p.v. de huidige 5 jaar) op non-actief staat, kan het agentschap diens erkenning ook intrekken.
Het diversebepalingenbesluit gaat ook in op de specifieke taken van beide types archeologen.
De opdeling in type 1- en type 2-archeologen gaat in op 1 april 2019.
Voor de personen en ondernemingen die nu al erkend zijn als archeoloog komt er een overgangsregeling van 2 jaar.
Zie ook: