Fiscale aftrek woning aj. 2017: banken en verzekeraars moeten attesten 281.61 en 281.62 vóór 1 maart 2017 elektronisch aan fiscus bezorgen
Nieuws - 22/02/2017
-
Auteur(s): Christine Van Geel
Banken en verzekeraars moeten de ‘attesten 281.61 hypothecaire lening’ en de ‘attesten 281.62 individuele levensverzekering’ die ze uitreiken voor de betalingen vanaf het aanslagjaar 2017, vóór 1 maart 2017 elektronisch aan de belastingadministratie bezorgen.
Fiscale aftrek woning
Sinds het aanslagjaar 2015 is het stelsel van de fiscale voordelen voor hypothecaire en niet-hypothecaire leningen en voor individuele levensverzekeringscontracten (die al dan niet dienen tot wedersamenstelling van een lening) grondig hervormd (
wet van 8 mei 2014).
Daardoor kunnen interesten en/of kapitaalaflossingen en levensverzekeringspremies, recht geven op een gewestelijke belastingvermindering, op een gewestelijk belastingkrediet, en/of op een federale belastingvermindering.
Om van sommige van deze belastingverminderingen te kunnen genieten, moet de belastingplichtige ‘attesten’ kunnen voorleggen of ter beschikking houden van de FOD Financiën. De minister van Financiën bepaalt de vorm van deze attesten. De kredietinstelling of het kredietorganisme die de lening heeft toegestaan en/of de verzekeringsonderneming reiken ze uit aan de belastingplichtige.
Nieuwe attesten vanaf aj. 2017
Attesten elektronisch indienen
De banken en verzekeraars moeten deze attesten nu voor het eerst elektronisch indienen.
De elektronische overdracht zal voortaan elk jaar moeten gebeuren, ten laatste op 1 maart van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarop de attesten 281.61 en 281.62 betrekking hebben.
De minister van Financiën bepaalt de modaliteiten van de elektronische indiening van de attesten 281.61 en 281.62.
Gegevens mee te delen door banken
De gegevens die moeten worden meegedeeld door de kredietinstellingen of -organismes die hypothecaire leningen toestaan waarvan kapitaalaflossingen en/of interesten recht kunnen geven op een belastingvoordeel zijn:
- ■
het nummer van het attest;
- ■
de naam, voornaam en het adres van de ontlener, en, in geval van indeplaatsstelling, bevrijding of toetreding: de periode waarin de ontlener tijdens het jaar ontlener was;
- ■
het nationaal nummer van de ontlener;
- ■
het referentienummer van het contract en diens eventuele wijzigingen;
- ■
de datum van het contract;
- ■
de voorziene eindvervaldag, de eventuele wijzigingen ervan en de data van die wijzigingen;
- ■
het aanvangsbedrag van de lening: het totale bedrag en het door een hypothecaire inschrijving gewaarborgd bedrag, de eventuele wijzigingen ervan en de data van die wijzigingen;
- ■
het doel van de lening;
- ■
de ligging van de woning(en) waarvoor de lening werd aangegaan;
- ■
de bedragen die tijdens het jaar waarvoor het attest wordt uitgereikt werden betaald en die betrekking hebben op het voormelde aanvangsbedrag van de lening;
- ■
het werkelijk kapitaalsaldo van het vermelde aanvangsbedrag van de lening op 31 december van het jaar waarvoor het attest wordt uitgereikt;
- ■
het nationaal nummer, naam, voornaam en het adres van de eventuele medeontlener(s) en, als zij niet gedurende het volledige jaar medeontlener waren, de periode waarin zij medeontlener waren.
Gegevens mee te delen door verzekeraars
De gegevens die moeten worden meegedeeld door de verzekeraars met betrekking tot individuele levensverzekeringscontracten waarvan de premies recht kunnen geven op een belastingvoordeel zijn:
- ■
het nummer van het attest;
- ■
de naam, voornaam en het adres van de verzekeringnemer;
- ■
het nationaal nummer van de verzekeringnemer;
- ■
het referentienummer van het contract en de eventuele wijzigingen ervan;
- ■
de aanvangsdatum van het contract;
- ■
de einddatum van het contract en de eventuele wijzigingen ervan, of het feit dat het contract een onbepaalde einddatum heeft;
- ■
het doel van het contract, de eventuele wijzigingen ervan en de data waarop die wijzigingen ingaan;
- ■
de begunstigde(n) bij overlijden, op 31 december van het jaar waarvoor het attest wordt uitgereikt, de eventuele wijzigingen en de data van die wijzigingen;
- ■
het verzekerd bedrag bij aanvang van het contract bij leven en bij overlijden;
- ■
het verzekerd bedrag op 31 december van het jaar waarvoor het attest wordt uitgereikt, bij leven en bij overlijden;
- ■
het bedrag van de premies dat tijdens het jaar waarvoor het attest wordt uitgereikt is betaald voor de vestiging van een rente of een kapitaal bij leven en/of bij overlijden (exclusief het bedrag dat betrekking heeft op de aanvullende verzekering(en)).
Attest 281.61 hypothecaire leningen
Het attest 281.61 integreert de gegevens van het basisattest en de gegevens van het betalingsattest in één enkel ‘
attest 281.61’.
In het
eenmalig basisattest deelt de instelling die de lening heeft toegestaan de gegevens mee waaruit moet blijken dat de leningovereenkomst in aanmerking kan komen voor de toepassing van de
artikelen 145(37),
145(39),
145(1) 3° en
539 van het WIB 1992.
In het jaarlijks betalingsattest deelt diezelfde instelling het bedrag van de tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen mee, samen met een aantal gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de wettelijke en reglementaire voorwaarden nog steeds zijn vervuld.
Het attest 281.61 geldt als betalingsattest voor het jaar waarvoor het attest wordt uitgereikt.
Voor vanaf 1 januari 2016 gesloten leningen en vóór 1 januari 2016 gesloten leningen waarvoor vanaf 1 januari 2016 voor het eerst een attest (m.b.t. het jaar 2016 of een volgend jaar) wordt uitgereikt, moeten ook de rubrieken 8 ‘Doel van de lening’ en 9 ‘Ligging van de woning(en) waarvoor de lening werd aangegaan’ zijn ingevuld en geldt het attest 281.61 bovendien als basisattest.
Voor de vóór 1 januari 2016 gesloten leningen waarvoor al een basisattest was uitgereikt met het oog op het verkrijgen van een belastingvoordeel voor het jaar 2015 of een vorig jaar, zijn de rubrieken 8 en 9 optioneel.
Het attest 281.61 mag slechts worden uitgereikt wanneer de instelling die de hypothecaire lening toestaat, heeft vastgesteld dat die lening in aanmerking kan komen voor één van voormelde belastingvoordelen. Dit betekent dat er geen attest mag worden uitgereikt indien uit de gegevens waarover de kredietgever beschikt, blijkt dat de wettelijke en reglementaire voorwaarden waaraan de leningen moeten voldoen om voor bovenvermelde fiscale voordelen in aanmerking te kunnen komen, niet zijn vervuld.
Het attest 281.61 wordt jaarlijks uitgereikt. Wanneer voor vanaf 1 januari 2016 gesloten leningen in het jaar waarin de lening werd gesloten geen betalingen werden gedaan, reikt de instelling eerder bij wijze van een basisattest een attest 281.61 uit. Deze werkwijze wordt gevolgd omdat de ontlener in sommige gevallen reeds voor het jaar van aangaan van de hypothecaire lening moet kiezen welk fiscaal voordeel hij wil verkrijgen, ook al heeft hij in dat jaar nog geen betalingen gedaan.
Het attest 281.61 kan eveneens gelden voor de toekenning van de Vlaamse belastingvermindering voorzien in
artikel 145(38/2) van het WIB 1992.
Het attest 281.61 mag ook uitgereikt worden bij een herfinancieringslening.
Attest 281.62 individuele levensverzekeringen
Het attest 281.62 integreert de gegevens van het basisattest en de gegevens van het betalingsattest in één enkel ‘
attest 281.62’.
In een
eenmalig basisattest deelt de verzekeraar de gegevens mee waaruit moet blijken dat het verzekeringscontract in aanmerking kan komen voor de toepassing van de
artikelen 145(37),
145(39),
145(1) 2° en
539 van het WIB 1992.
In een jaarlijks betalingsattest deelt diezelfde verzekeraar het bedrag van de tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen mee, alsook een aantal gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de wettelijke en reglementaire voorwaarden nog steeds zijn vervuld.
Het attest 281.62 geldt als betalingsattest voor het jaar waarvoor het attest wordt uitgereikt.
Voor vanaf 1 januari 2016 gesloten contracten en vóór 1 januari 2016 gesloten contracten waarvoor vanaf 1 januari 2016 voor het eerst een attest (m.b.t. het jaar 2016 of een volgend jaar) wordt uitgereikt, moeten tevens de rubrieken 8 en 11 zijn ingevuld en geldt het attest 281.62 bovendien als basisattest. In rubriek 8 moet respectievelijk de vraag beantwoord worden of het verzekeringscontract bij aanvang tot waarborg of wedersamenstelling van een hypothecaire lening werd aangegaan voor een woning. In rubriek 11 moet het verzekerd bedrag genoteerd worden bij leven en bij overlijden.
Voor de vóór 1 januari 2016 gesloten contracten waarvoor al een basisattest was uitgereikt, met het oog op het verkrijgen van een belastingvoordeel voor het jaar 2015 of een vorig jaar, zijn de rubrieken 8 en 11 optioneel.
Het attest 281.62 mag slechts worden uitgereikt wanneer de verzekeraar heeft vastgesteld dat de premie van de verzekering recht kan geven op één van voormelde belastingvoordelen.
Dit betekent dat er geen attest mag worden uitgereikt indien uit de gegevens waarover de verzekeraar beschikt blijkt dat de wettelijke en reglementaire voorwaarden waaraan de levensverzekeringscontracten moeten voldoen om voor bovenvermelde fiscale voordelen in
aanmerking te kunnen komen, niet zijn vervuld.
Het attest 281.62 moet slechts worden uitgereikt wanneer in dat jaar een premie werd betaald.
In werking
Het KB van 9 februari 2017 is van toepassing op de attesten die moeten worden uitgereikt met betrekking tot de betalingen vanaf aanslagjaar 2017 tot het bekomen van een belastingvoordeel als bedoeld in de artikelen 145(1), 2° en 3°, 145(24), § 3, 145(37) tot 145(42), 145(46ter) tot 145(46quinquies), 526, § 2, en 539 van het WIB 1992.
Bron: Koninklijk besluit van 9 februari 2017 tot uitvoering van artikel 323/1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 houdende de elektronische uitwisseling van de gegevens met betrekking tot de hypothecaire leningen en individuele levensverzekeringen, BS 20 februari 2017.
Zie ook:
– Wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, BS 28 mei 2014;
err., BS 27 januari 2015 (
art. 13 ,
art. 15 ,
art. 72 ,
art. 105 en
art. 107)
