tel. 015 78 7600
of klant.BE@wolterskluwer.com

Interesse?

Wenst u meer nieuws, praktische informatie en wetgeving over vastgoed?


Vlaams Verzameldecreet omgeving, leefmilieu en ruimtelijke ordening gepubliceerd

Nieuws - 11/07/2024
-
Auteur(s): 
Droits Quotidiens Legal Design


De Vlaamse decreetgever komt met diverse wijzigingen in de domeinen omgeving, leefmilieu, natuur en ruimtelijke ordening. Het Verzameldecreet van 17 mei 2024 wijzigt de regels in maar liefst 22 decreten. De meeste aanpassingen zijn technisch van aard en betreffen actualiseringen van verwijzingen naar andere wetgeving, rechtzettingen van achterhaalde overgangsbepalingen en wijzigingen van verouderde bepalingen. Maar er zijn ook enkele inhoudelijk belangrijke optimalisaties. Zoals de invoering van een gewijzigd systeem voor gemeenten om via verordeningen een lokaal ruimtelijk vergunningenbeleid te voeren, aanpassingen aan het toepassingsgebied van vrijstellingen en meldingen bij stedenbouwkundige vergunningsplicht, de invoering van het principe van planologische compensatie bij RUP’s, wijzigingen aan de mogelijkheden voor zonevreemde functiewijzigingen en de actualisering van de regels rond het asbestafbouwbeleid.

Het Verzameldecreet omgeving, leefmilieu, natuur en ruimtelijke ordening van 17 mei 2024 is goed voor 24 hoofdstukken en 134 wijzigingsartikels. De tekst wijzigt

We lichten de belangrijkste nieuwigheden kort toe.

Wijziging van toepassingsgebied vrijstellingen en meldingen bij stedenbouwkundige vergunningsplicht en gemeentelijke verordeningen voor lokaal vergunningenbeleid

Momenteel kan een lokaal bestuur via een stedenbouwkundige verordening (quasi ongeremd) bijkomende meldings- of vergunningsplichten invoeren. Die veelheid aan verschillende regels leidt tot complexiteit en onduidelijkheid. De decreetgever voert daarom een nieuw systeem in.

Dit nieuwe systeem van lokale vergunningsplicht bestaat uit een combinatie van acties:
de Vlaamse regering stelt een limitatieve lijst vast van handelingen waarvoor gemeenten een vergunningsplicht kunnen invoeren via gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen.
de meldingen worden geheroriënteerd naar de tijdelijke handelingen waarvoor een melding gewenst is. In dit kader is ook het toepassingsgebied van de vrijstellingen herbekeken, waarover verder meer.

Het basisprincipe is voortaan dus dat enkel de Vlaamse regering bepaalt welke handelingen vergunningsplichtig, meldingsplichtig of vrijgesteld zijn. Gemeenten kunnen slechts in beperkte mate vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen vergunningsplichtig maken. Meldingsplichtige handelingen kunnen ze niet vergunningsplichtig maken. Evenmin kunnen gemeenten vrijgestelde handelingen meldingsplichtig maken.

De herziening van het systeem van vrijgestelde en meldingsplichtige handelingen en de vaststelling van de limitatieve lijst van mogelijke vergunningsplichtige handelingen op gemeentelijk niveau zal gepaard gaan met een aanpassing van het Vrijstellingenbesluit stedenbouwkundige vergunning) en het Meldingsbesluit. Aangezien verordeningen slechts vergunningsplichten kunnen bevatten die opgenomen zijn op de limitatieve lijst, zullen verordeningen die daarmee strijdig zijn, moeten worden opgeheven. Hiervoor wordt in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een bijzondere procedure voorzien.

Invoering planologische compensatie bij RUP’s

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet voortaan in een planologische compensatie bij RUP’s. Dit betekent dat de plannende overheid bij planinitiatieven (RUP) voor bijkomend aanbod voor de bestemmingen wonen, bedrijvigheid, recreatie, gemeenschapsvoorzieningen, tegelijk slecht gelegen of overbodig juridisch aanbod neutraliseert voor zover aanwezig op het grondgebied van de plannende overheid. In overeenstemming met dit principe moet nooit dubbel gecompenseerd worden.

Aanpassing afwerkingsregel

De afwerkingsregel kan voortaan alleen worden toegepast in woonreservegebied. De regeling in zijn huidige vorm (bouwen tegen wachtgevels in bv. agrarisch gebied) leidt tot uitbreiding van de lintbebouwing, tot extra ruimtebeslag (bebouwing, verharding, vertuining) en tot bijkomende zonevreemdheid. Dat druist in tegen de vrijwaring van de open ruimte en de beoogde bouwshift. De decreetgever maakt het daarom onmogelijk.

Tot nog toe kon de afwerkingsregel evenwel niet worden toegepast in woonreservegebied. Dat wordt wel mogelijk.

Aanpassing mogelijkheden zonevreemde functiewijzigingen

De mogelijkheden voor zonevreemde functiewijzigingen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden verruimd.

Op basis van artikel 4.4.23 van de Codex kunnen zonevreemde functiewijzigingen worden vergund. Een regularisatievergunning afleveren met toepassing van deze bepaling is evenwel niet mogelijk. Een zonevreemde functiewijziging kan immers pas vergund worden wanneer het gebouw of gebouwencomplex op het ogenblik van de vergunningsaanvraag hoofdzakelijk vergund is, ook wat de functie betreft. Dit is niet het geval wanneer de functiewijziging reeds werd gerealiseerd zonder vergunning. De decreetgever zorgt daarom voor de nodige aanpassingen dat reeds gerealiseerde situaties die in aanmerking komen voor een vergunning, alsnog vergund kunnen worden.

De vergunningsprocedure voor zonevreemde functiewijzigingen is een afwijkingsregeling die uitzonderlijk en restrictief moet worden toegepast en waarbij ook de toets aan de goede ruimtelijke ordening moet gebeuren. In de praktijk blijkt er soms onvoldoende aandacht te gaan naar de ruimtelijke impact van de nieuwe zonevreemde functie op de bestaande zone-eigen functies in de omgeving en het functioneren van het gebied. Daarom wordt in artikel 4.4.23 VCRO de voorwaarde toegevoegd dat de functiewijziging de normale bedrijfsvoering van vergunde of vergund geachte bedrijven in de omgeving niet in het gedrang mag brengen.

Uitwisselingsplatform voor digitale stedenbouwkundige informatie

Het gebruik van het ‘Uitwisselingsplatform voor digitale stedenbouwkundige informatie’ (DSI) dat automatisch de uitwisseling van alle documenten in het kader van de RUP-procedure regelt tussen de verschillende overheidsinstanties betrokken bij de opmaak ervan, is intussen al enkele jaren verplicht. Sinds de opstart werd het platform verder uitgebouwd en is het intussen ook technisch mogelijk om de kennisgeving van het besluit tot definitieve vaststelling van provinciale en gemeentelijke RUP’s aan het departement en de deputatie te laten verlopen via DSI. Die verdere digitalisering wordt nu ook decretaal voorzien.

Wijzigingen Bodemdecreet

Het Bodemdecreet bevat een bijzondere procedure voor de overdracht van risicogronden. Die procedure voorziet onder meer in de verplichting voor de overdrager om een bodemonderzoek op de risicogrond uit te voeren. En om bij vaststelling van bodemverontreiniging met saneringsnoodzaak verdere maatregelen te nemen vooraleer de overdracht kan gebeuren.

De bijzondere procedure is ook van toepassing op de overdracht van risicogronden in kader van de vrijwillige samenvoeging van gemeenten die eigenaar zijn van risicogronden. Maar een al te strikte toepassing van de procedure zou een onevenredige impact hebben op de vooropgestelde timing van de samenvoeging van de betrokken gemeenten. Daarom werd in de samenvoegingsdecreten zelf al een regeling voor de overdracht van risicogronden voorzien die afwijkt van de bijzondere procedure in het Bodemdecreet. Meer concreet moeten conform die afwijkende regeling de onderzoeks- en eventuele saneringsverplichtingen pas na de samenvoeging van de gemeenten en dus na de overdracht van de risicogronden gebeuren.

De decreetgever voorziet nu een generieke regeling in het Bodemdecreet.

Daarnaast worden nog 2 inhoudelijke onvolkomenheden gecorrigeerd in de regeling over de (vrijstelling van) saneringsplicht, d.i. de wettelijke verplichting van de saneringsplichtige persoon om een beschrijvend bodemonderzoek en eventuele bodemsanering uit te voeren en te financieren.

hergebruik van afvalwater in productieprocessen

Het Materialendecreet wordt aangepast om hergebruik van afvalwater in productieprocessen te faciliteren. Bedoeling is dat bedrijven gemakkelijker afvalwater kunnen uitwisselen voor hergebruik. Om een minimale kwaliteit van deze afvalwaters te garanderen, gelden er wel voorwaarden.

Gebouwenpas

De gegevens in de gebouwenpas worden in functie van verkoop en verhuur en de publiciteit daaromtrent geheel of gedeeltelijk raadpleegbaar voor derden. De nadere regels volgen in een later uitvoeringsbesluit.

Asbestafbouwbeleid

Naar aanleiding van de wijziging aan het Materialendecreet worden 3 nieuwe attesten geïntroduceerd:
het Asbestinventarisattest;
het Asbestinventarisattest gemene delen; en
het Asbestinventarisattest gemeenschappelijk gebruikte delen.

Voor deze drie attesten worden de generieke mijlpaal om te beschikken over dergelijk attest verder uitgewerkt, alsook de bepalingen om bij overdracht over dergelijk attest te beschikken Het actualiseren van bepalingen rond het asbestafbouwbeleid - Betere bescherming van UNESCO-werelderfgoed

In werking: 20 juli 2024 (mits tal van uitzonderingen).