Nieuw wettelijk kader voor ‘Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten’ bij Nationale Bank
Nieuws - 16/07/2018
-
Auteur(s): Christine Van Geel
De wet van 8 juli 2018 creëert een volledig nieuw organiek kader voor het ‘Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten’ (CAP), gehouden door de Nationale Bank.
De wetgever haalt het CAP uit de fiscale context en past het grondig aan, aan de behoeften van onder meer alle instanties die belast zijn met de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van het terrorisme en de fiscale fraude.
Deze actualisering is noodzakelijk omwille van de belangrijke ontwikkelingen op Europees en internationaal niveau.
Doel van het CAP
Het doel van het CAP bestaat erin om de informatie over de rekeningen en financiële contracten die in België bestaan in een unieke gestructureerde database in te zamelen, en om deze informatie snel ter beschikking te stellen van de overheden, personen en organismen die de wetgever reeds heeft gemachtigd en in de toekomst nog zou kunnen machtigen deze informatie aan te vragen. Zij gebruiken deze informatie in het kader van hun opdrachten van algemeen belang.
Momenteel zijn er zes verschillende finaliteiten voor de aanvragen om informatie van het CAP:
- ■
de controle en de inning van fiscale en niet fiscale ontvangsten;
- ■
de opsporing en vervolging van strafrechtelijke inbreuken en het solvabiliteitsonderzoek vóór de invordering van door het gerecht in beslag genomen sommen;
- ■
inzameling van bankgegevens in het kader van de uitzonderlijke methodes voor het inzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten;
- ■
inzameling van bankgegevens door gerechtsdeurwaarders in het kader van de procedure over het bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken;
- ■
notariële opzoekingen in het kader van de opmaak van aangiften van nalatenschap, en
- ■
voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en van de zware criminaliteit.
Informatieplichtigen
De wet van 8 juli 2018 is van toepassing op:
- ■
de kredietinstellingen (bedoeld in
art. 1, § 3, eerste lid, bankwet), met uitzondering van de Nationale Bank van België (NBB), de Europese Centrale Bank, de NV van publiek recht bpost en de ondernemingen die kapitalisatieverrichtingen uitvoeren (geregeld bij de
wet van 13 maart 2016);
- ■
- ■
- ■
- ■
de in België gevestigde personen die beroepshalve verrichtingen uitvoeren voor de contante aankoop of verkoop van deviezen in baar geld of met cheques in deviezen dan wel met gebruik van een krediet of betaalkaart (bedoeld in
art. 102, tweede lid, wet van 25 oktober 2016);
- ■
de verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht en de verzekeringsondernemingen naar buitenlands recht die in België werkzaam zijn via een bijkantoor of zonder er gevestigd te zijn (bedoeld in
art. 6, wet van 13 maart 2016);
- ■
de ondernemingen bedoeld in het ‘
KB nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in financieringshuur’;
- ■
- ■
de naamloze vennootschap naar publiek recht bpost, wat de financiële postdiensten of de uitgifte van elektronisch geld betreft;
- ■
alsook elke andere categorie van entiteiten waarvoor de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit en na advies van de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI), van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) en de NBB, gemachtigd is de toepassing van de wet van 8 juli 2018 uit te breiden wanneer hun activiteiten dreigen te worden gebruikt voor het witwassen van geld of voor de financiering van terrorisme of van de zware criminaliteit.
Ten opzichte van het huidige CAP werden dus aan bovenstaande lijst toegevoegd:
- ■
de ‘betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld’, en
- ■
de ‘verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht en de verzekeringsondernemingen naar buitenlands recht die in België werkzaam zijn via een bijkantoor of zonder er gevestigd te zijn’.
Welke informatie meedelen aan het CAP?
Iedere informatieplichtige moet aan het CAP de volgende informatie meedelen voor ieder van zijn cliënten:
- ■
de opening of de afsluiting van elke bank- of betaalrekening waarvan de cliënt houder of medehouder is, alsook de toekenning of de intrekking van een volmacht aan een of meerdere volmachtdager(s) op deze bank- of betaalrekening en de identiteit van deze volmachtdrager(s), samen met de datum ervan en met het nummer van deze bank- of betaalrekening;
- ■
het bestaan van een of meerdere financiële verrichtingen waarbij contanten betrokken zijn welke door de informatieplichtige werden uitgevoerd en waardoor contanten werden gestort of afgehaald door deze cliënt of voor zijn rekening, alsook, in dit laatste geval, de identiteit van de natuurlijke persoon die de contanten daadwerkelijk heeft gestort of ontvangen voor rekening van deze cliënt, samen met de datum ervan;
- ■
het bestaan of het einde van een contractuele relatie met de cliënt, samen met de datum ervan, voor volgende soorten van financiële contracten:
- -
de verhuur van kluizen;
- -
de levensverzekeringsovereenkomst die onder tak 21 valt, én de verzekeringsovereenkomst die onder de takken 23, 25 of 26 valt en waarbij het beleggingsrisico door de verzekeringnemer wordt gedragen, met uitzondering van de overlijdensverzekeringen alsook van de contracten gesloten in het kader van een van de drie pijlers van het Belgisch pensioenstelsel;
- -
de overeenkomst met betrekking tot beleggingsdiensten en/of nevendiensten, met inbegrip van het aanhouden van zicht- of vernieuwbare termijndeposito’s ten behoeve van de cliënt en bestemd voor de verwerving van financiële instrumenten of voor terugbetaling;
- -
het hypothecair krediet, ongeacht de benaming of de vorm, toegekend aan een natuurlijke persoon die hoofdzakelijk handelt met een oogmerk dat geacht kan worden vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteiten;
- -
de verkoopovereenkomst op afbetaling, te weten elke overeenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij een krediet wordt toegekend aan een natuurlijke persoon die hoofdzakelijk handelt met een oogmerk dat geacht kan worden vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteiten, dat normaal leidt tot de verkrijging van lichamelijke roerende goederen of de levering van diensten, verkocht door de kredietgever of de kredietbemiddelaar en waarvan de prijs betaald wordt door middel van periodieke stortingen;
- -
de leasingovereenkomst, te weten elke overeenkomst die beantwoordt aan de criteria vastgesteld in
artikel 95, § 1, van het KB/W.Venn. voor de post III.D ″Leasing en soortgelijke rechten″, evenwel met dien verstande dat het woord ‘vennootschap’ in deze post III.D als ‘cliënt’ moet worden gelezen voor deze definitie;
- -
de leningsovereenkomst op afbetaling, te weten elke overeenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij een krediet wordt toegekend aan een natuurlijke persoon die hoofdzakelijk handelt met een oogmerk dat geacht kan worden vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteiten, en waarbij geld of een ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van de kredietnemer die zich ertoe verbindt de lening terug te betalen door periodieke stortingen;
- -
de kredietopening, te weten elke overeenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij een krediet wordt toegekend aan een natuurlijke persoon die hoofdzakelijk handelt met een oogmerk dat geacht kan worden vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteiten, en waarbij koopkracht, geld of gelijk welk ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van de kredietnemer, die ervan gebruik kan maken door een of meerdere kredietopnemingen te verrichten onder meer met behulp van een betaalinstrument of op een andere wijze, en die zich ertoe verbindt terug te betalen volgens de overeengekomen voorwaarden;
- -
elke andere overeenkomst dan bedoeld in het derde tot en met het achtste streepje hierboven, krachtens welke een kredietverlener geldmiddelen ter beschikking stelt van een natuurlijke persoon of van een rechtspersoon, met inbegrip van niet toegelaten debetstanden op een rekening, of zich ertoe verbindt geldmiddelen ter beschikking te stellen van een onderneming onder de voorwaarde van de terugbetaling ervan op termijn, of zich garant stelt voor een onderneming;
- -
alsook elke andere overeenkomst of verrichting waarvan de kennis van het bestaan relevant is voor de uitvoering van zijn wettelijke opdrachten door een informatiegerechtigde. De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd besluit en na advies van de CFI en de NBB, de lijst van de betrokken overeenkomsten en verrichtingen.
De overdracht van een bank- of betaalrekening of van een financieel contract wordt hier beschouwd als een beëindiging ervan in hoofde van de vroegere houder of contractant en als een opening of afsluiting ervan in hoofde van de nieuwe houder of contractant.
Andere wettelijke bepalingen kunnen de lijst aanvullen van de informatie die aan het CAP moet worden meegedeeld, doch enkel voor zover deze gegevens betrekking hebben op rekeningen of op contracten van financiële aard.
Iedere vereenvoudigde interne rekening die door een kredietinstelling wordt gebruikt om een storting of een afhaling van contanten door een toevallige cliënt vast te leggen, moet op naam van deze cliënt worden ingeschreven met het oog op de mededeling ervan aan het CAP.
De Koning bepaalt het minimumbedrag waaronder financiële verrichtingen waarbij contanten betrokken zijn, en het bestaan van contracten, niet door de informatieplichtige aan het CAP moeten worden meegedeeld.
Elektronische mededeling van gegevens
Informatieplichtigen kunnen de gegevens aan het CAP enkel elektronisch meedelen.
De Koning bepaalt de modaliteiten van de mededeling van bovenstaande informatie.
De gegevens worden gedurende tien jaar in het CAP bewaard, volgens de modaliteiten die de Koning bepaalt.
De informatieplichtigen zijn verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens die ze verrichten om aan de verplichtingen van de wet van 8 juli 2018 te voldoen. Ze brengen hun cliënten op de hoogte van de opname van de (persoons)gegevens in het CAP (
art. 5, wet van 8 juli 2018).
Verbeteren van gegevens
Iedere informatieplichtige dient de onjuiste, in zijn eigen bestanden op naam van de cliënt geregistreerde gegevens, te verbeteren en deze verbetering onverwijld aan het CAP mee te delen. Tenzij wanneer de vergissing te wijten is aan een foute behandeling van de gegevens door de NBB zelf, dient het recht op rechtzetting van in het CAP opgenomen onjuiste persoonsgegevens bij voorkeur door de persoon onder wiens naam deze gegevens werden geregistreerd rechtstreeks te worden uitgeoefend bij de informatieplichtige die deze gegevens aan het CAP heeft meegedeeld.
Ingeval een verzoek om rechtzetting aan de NBB wordt overgemaakt krachtens
artikel 16 van de GDPR-Verordening, is de NBB ertoe gehouden dit verzoek om rechtzetting te verzenden naar de informatieplichtige die de betwiste gegevens aan het CAP heeft meegedeeld en deze informatieplichten te verzoeken de onjuiste gegevens zowel in zijn eigen bestanden als in het CAP recht te zetten.
Als de informatieplichtige in gebreke blijft tot deze rechtzetting over te gaan, zal de NBB ze zelf van ambtswege kunnen verrichten op basis van een uitvoerbaar vonnis dat de onjuistheid van de geregistreerde gegevens bevestigt.
Wie mag gegevens uit het CAP opvragen?
Mogen enkel de in het CAP geregistreerde informatie opvragen:
- ■
de informatiegerechtigden (eventueel via een centraliserende organisatie);
- ■
iedere persoon op wiens naam gegevens in het CAP zijn geregistreerd, doch enkel met het oog op de consultatie van de gegevens met betrekking tot deze persoon, en
- ■
de personeelsleden van de NBB die door haar Directiecomité zijn gemachtigd het CAP te raadplegen om dit te beheren en om de aanvragen om informatie vanwege de in de eerste twee streepjes bedoelde categorieën van instellingen en personen te beantwoorden.
Iedere categorie van informatiegerechtigden die meer dan vijf personen telt moet de aanvragen om informatie van het CAP via een centraliserende organisatie indienen.
De overdracht van de aanvragen om informatie aan het CAP van centraliserende organisaties, of van informatiegerechtigden, en van de antwoorden hierop van de NBB, mag enkel langs elektronische weg plaatsvinden. Deze overdracht vindt plaats via een uniek contactpunt per centraliserende organisatie of per informatiegerechtigde.
De Koning legt, na advies van de NBB, de modaliteiten vast van deze elektronische gegevensuitwisseling, samen met de unieke contactpunten.
De NBB bewaart de lijst van de aanvragen om informatie van het CAP gedurende twee kalenderjaren.
Iedere in het CAP geregistreerde persoon krijgt op schriftelijk verzoek gericht aan de NBB de lijst meegedeeld van alle instellingen, overheden en personen aan wie zijn gegevens tijdens de zes kalendermaanden voorafgaand aan de datum van zijn aanvraag werden meegedeeld.
Kosten voor inrichting, werking en onderhoud van het CAP
De Staat vergoedt de NBB bij provisie voor alle kosten die deze laatste draagt wegens de inrichting, de werking en het onderhoud van het CAP.
De door de NBB gedragen kosten worden onder alle verschillende informatiegerechtigden en centraliserende organisaties verdeeld in verhouding tot het aantal van hun aanvragen om informatie uit het CAP en tot elke andere relevante factor bepaald door de Koning.
Aansprakelijkheid Nationale Bank
De NBB, de leden van haar organen en haar personeelsleden zijn niet burgerlijk aansprakelijk voor fouten of nalatigheden begaan in het kader van de uitoefening van deze wettelijke opdracht, behalve in geval van bedrog of opzettelijke of zware fout of nalatigheid.
Onverminderd de toepassing van de
GDPR-Verordening is de NBB gemachtigd de in het CAP geregistreerde gegevens te gebruiken voor wetenschappelijke of statistische doeleinden of in het raam van haar opdrachten en taken van openbaar belang.
(Her)gebruik gegevens van het CAP
Met als enig doel de verplichtingen na te komen die door of krachtens de wet van 8 juli 2018 worden opgelegd, zijn de informatieplichtigen gemachtigd:
- ■
het identificatienummer in het Rijksregister of het identificatienummer in de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) van hun cliënten of van diens volmachtdragers waarover ze reeds met het oog op een andere door of krachtens de wet bepaalde finaliteit beschikken, te hergebruiken;
- ■
indien ze nog niet over een van deze twee identificatienummers beschikken, aan hun cliënten en diens volmachtdragers te vragen een van deze twee nummers mee te delen, in hun bestanden in een gestructureerde numerieke vorm op te slaan en te gebruiken om deze cliënten of volmachtdragers te identificeren;
- ■
toegang te krijgen tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen (naam en voornamen, geboorteplaats en -datum) om er het identificatienummer op te zoeken van de cliënt of volmachtdrager, een afschrift te maken van het in het Rijksregister gevonden identificatienummer, dit nummer in hun bestanden in een gestructureerde numerieke vorm op te slaan en het te gebruiken om de betrokken cliënt of volmachtdrager te identificeren. Deze machtiging geldt echter enkel tijdens de beperkte periode of voor bepaalde entiteiten tijdens een beperkte periode (
art. 12, wet van 8 juli 2018).
De opzoeking van het identificatienummer van de cliënt of mandataris bij het Rijksregister van de natuurlijke personen mag echter slechts voor rekening van de informatieplichtige worden uitgevoerd door een instelling die de hierboven bedoelde toelating geniet en die aan de informatieplichtige het rijksregisternummer van de betrokken cliënt of volmachtdrager meedeelt. De Koning stelt de voorwaarden vast waaraan de in dit lid bedoelde instellingen moeten voldoen.
Een dergelijke opzoeking mag slechts worden uitgevoerd mits de voormelde instelling minstens over de naam, de voornamen en de geboortedatum beschikt wanneer zij de opzoeking opstart.
Met als enig doel de verplichtingen na te komen die door of krachtens de we van 8 juli 2018 worden opgelegd, heeft de NBB de toelating om:
- ■
het identificatienummer van de natuurlijke personen in het Rijksregister of het identificatienummer in de KSZ, te gebruiken om het CAP te beheren;
- ■
het adres van de cliënt zoals opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen of in de KSZ te raadplegen en te gebruiken, onder meer in het kader van de uitoefening door de cliënt van zijn inzagerecht betreffende de persoonsgegevens die onder zijn of haar naam in het CAP zijn geregistreerd.
Administratieve geldboete
Indien de Administratie van de Thesaurie vaststelt dat een informatieplichtige de verplichtingen die de wet van 8 juli 2018 hem oplegt, niet nakomt, kan ze de overtreder een administratieve geldboete opleggen van minstens 50.000 euro en hoogstens 1.000.000 euro.
Dit na de informatieplichtige te hebben gehoord, of minstens behoorlijk te hebben opgeroepen.
Deze bedragen worden verdubbeld in geval van herhaling van de inbreuk binnen een termijn van twee jaar vanaf de datum waarop de Administratie van de Thesaurie de inbreuk heeft vastgesteld die aanleiding heeft gegeven tot het opleggen van de vorige administratieve geldboete.
De natuurlijke of rechtspersonen die bestuurders of zaakvoerders zijn van de informatieplichtige of de personen belast met het dagelijks beheer ervan, zijn solidair aansprakelijk voor de betaling van elke administratieve geldboete die aan de informatieplichtige wordt opgelegd.
Verwijzingen naar het CAP vervangen
Alle verwijzingen naar het CAP (en naar art. 322, § 3 van het WIB 1992, als rechtsgrond voor het CAP) worden in de huidige wetgeving vervangen door verwijzingen naar de wet van 8 juli 2018. Artikel 322, § 3 van het WIB 1992 wordt niet afgeschaft, maar afgestemd op de wet van 8 juli 2018.
En er worden ook een paar technische fouten in de tekst van de programmawet van 1 juli 2016 hersteld.
In werking
De wet van 8 juli 2018 treedt in werking op 26 juli 2018.
De artikelen 4 en 13 van de wet van 8 juli 2018 treden in werking op 1 augustus 2019. Deze artikelen hebben respectievelijk betrekking op de informatie over zijn cliënten die de informatieplichtige moet meedelen aan het CAP, op de controle door de Administratie van de Thesaurie, en op de administratieve geldboete bij inbreuken tegen de wet van 8 juli 2018.
Op verzoek van de NBB zou de Koning deze termijn met maximum 6 maanden kunnen inkorten of verlengen.
Bron: Wet van 8 juli 2018 houdende organisatie van een centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten en tot uitbreiding van de toegang tot het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest, BS 16 juli 2018. Zie ook:
Wetboek van de Inkomstenbelastingen van 10 april 1992, BS 30 juli 1992 (
WIB 1992) (
art. 318,
art. 322, § 3)