Interesse?

Het eerste van velen. Vlaanderen heeft er immers voor gekozen om de uitrol van de nieuwe Vlaamse kaderregeling handhaving via implementatiedecreten te laten verlopen. ‘Dat garandeert maatwerk’, klinkt het. Er zullen dus nog verschillende implementatiedecreten volgen om de handhavingsprocedures van toepassing te maken op de Vlaamse regelgeving.

In al deze decreten wordt gekozen voor een volledige implementatie van het KVH, met zo weinig mogelijk afwijkingen of aanvullingen t.a.v. het algemene kader. Concreet worden alle bestaande handhavingsluiken ontdaan van alle procedurele bepalingen die nu in het KVH terug te vinden zijn. Hierdoor blijven alleen nog de bepalingen over waarin de misdrijven en inbreuken worden omschreven en waarin de straffen of sancties worden bepaald en een beperkt aantal bijzondere bepalingen die per decreet verschillen.

De decreetgever zorgt met het implementatiedecreet ook nog voor wijzigingen die nodig zijn om het Vlaamse Handhavingscollege toe te laten zijn nieuwe taak als rechtscollege bevoegd voor jurisdictionele geschillen over sanctiebeslissingen, bestuurlijke herstel- en beveiligingsbeslissingen, herstelschikkingen en beslissingen over handhavingsverzoeken naar behoren te vervullen. Het gaat dan over zaken zoals een schorsingsprocedure, de mogelijkheid tot tussenkomst en het uitbreiden van de bestaande reformatiemogelijkheid.

In werking: 1 april 2026 (mits enkele uitzonderingen die op 27 juni 2024 in werking treden en mits de mogelijkheid voor de Vlaamse regering om voor iedere bepaling een vroegere datum van inwerkingtreding te bepalen.